De schaduw van Congo

>

Slow Reading

De vooruitgang op het vlak van de technologie, ICT en sociale media is zelfs voor een bibliothecaris of kenniswerker nog amper bij te houden. We dreigen ons in details te verliezen en nog weinig in grote lijnen te denken. De roep naar slow reading en intellectuele verdieping klinkt als tegenreactie steeds luider. In een bijdrage in The Guardian somde Patrick Kingsley in ‘Read, mark, learn and inwardly digest’ op waar het uiteindelijk om draait. Lezen is het vergaren en verwerken van kennis. Zijn artikel ging over de bestseller ‘The Shallows - What the Internet Is Doing to Our Brains’ van Nicolas Carr.


Deze technologiejournalist schreef eerder al het vaak geciteerde artikel 'Is Google making us stupid?’ Dat refrein is inmiddels genoegzaam bekend. De overvloed aan informatie maakt ons geestelijk lui. We lezen enkel nog abstracts en korte berichten. De hyperlinks zijn de steen des aanstoots. We klikken van de ene link naar de andere link zonder veel na te denken. Het kan op het web immers niet snel genoeg gaan. Pagina's die traag opladen zijn een geseling, die slaan we ongeduldig over. En twitter is als een hoogmis voor de fastfood readers. Het is een garantie dat er nooit meer dan 140 tekens per bericht te lezen zijn. De conclusie van Nicolas Carr laat er geen twijfel over bestaan. Het internet is in essentie een afleidingsmachine. Zijn verstrooidheid en concentratiegebrek is het gevolg van zijn intensief internetgebruik.

Zelf ben ik op dat vlak een wandelende paradox. Ik ben een internetjunkie die soms hevig verlangt naar een primitieve blokhut met een knetterend haardvuur en een ouderwets boek, een klassieker als Walden van Henry David Thoreau. Maar wireless schrikt mij ook af. Tijdens mijn vakantie bleef ik trouw mijn e-mails en tweets lezen. Ik hield mezelf voor dat ik zo de vinger op de pols hield. Essentiële dingen van de werkvloer konden mij niet ontgaan. Zo vernam ik wanneer de lift defect was. En in mijn hangmat las ik een dienstnota die stipuleerde dat het personeel vroeger mocht stoppen omwille van de hittegolf. Ja, warm was het wel. Toen ik na mijn verlof terug ging werken, had ik het vermoeiende gevoel er nooit echt uit geweest te zijn. Ik besloot dat ik bij wijze van experiment aan een internetloze week toe was. Noem het een vrijwillige ballingschap.

Acht dagen zonder internet heb ik ondertussen achter de rug en ik heb het overleefd. Mijn vrees om op een spoor terecht te komen waarop geen enkele trein meer rijdt was ongegrond. Ik had een mooi stapeltje boeken uitgekozen, met bij de non-fictie enkele gerelateerde onderwerpen zodat ik nog de illusie van hyperlinks kon bewaren. Het blijft echter verbazen hoe snel de menselijke geest zich aanpast en hoe alles in onszelf voorhanden kan zijn. In een notitieboekje noteerde ik weliswaar nog alle mogelijke blogtopics die mij te binnen schoten. Maar ik genoot vooral van het traag lezen en herlezen van kranten en boeken. Sterker nog, ik nam het stoere besluit om na mijn vakantie minder tijd aan het internet te besteden.

Toen ik terug thuis was hield ik het echter niet lang vol. Mijn koffer was nog maar net uitgepakt of ik was al bezig met het lezen van mijn berichten en met het updaten van mijn blog. De overdosis aan informatie en e-mails wakkerde mijn rusteloosheid opnieuw aan. Het gras blijft altijd groener aan de andere kant. Maar wat had een weekje e-holiday mij nu geleerd? Dat intellectuele honger nog steeds de beste saus is en vooral dat ik wat regelmatiger de auto-reply moet inschakelen. Met minder woorden kan je vaak meer zeggen.

kladschrift van een museumbibliothecaris, dl.13
Oorspronkelijk gepubliceerd in het tijdschrift 'Digitale Bibliotheek' jaargang 2, nummer 6, 2010, p.197.