Altruïsme tussen de boeken

 

Het was een gure winterochtend toen ik door het Leopoldpark wandelde. De bomen waren kaal en het pad langs de vijver was bedekt met een laagje modder. De eenden waren onverstoorbaar en gingen rustig door met hun dagelijkse bezigheden. In gedachten verzonken liep ik verder. Zo vroeg ik mij af of mensen die boeken lezen aardiger zijn dan mensen die niet lezen.

Een bericht over de stadsbibliotheek in het Zweedse Göteborg had me aangenaam verrast. Het personeel van die bibliotheek had vergeten de deur op slot te doen op Allerheiligen. Als bibliotheekmanager zou ik dat wel even meenemen in de personeelsevaluatie, maar dat terzijde. Een bibliothecaresse liep die dag toevallig langs en merkte dat de bibliotheek gewoon open was, met mensen die er net als elke andere dag gebruik van maakten. Er waren er die kranten zaten te lezen en sommige gezinnen waren in de jeugdafdeling. Alle boeken die ontleend werden op die dag, werden later ook op tijd teruggebracht.

Een citytrip naar Göteborg heb ik niet meteen gepland dit jaar, wel een bezoek aan Dordrecht. Als fan van het proza van C. Buddingh’ weet ik dat deze Nederlandse stad in zijn verhalen en dagboeknotities een grote rol speelde. Ter voorbereiding las ik tijdens de kerstvakantie alvast Een stad is een boek van Wim Huijser, waarin vier literaire wandelingen beschreven staan. Over de Dordtse openbare leeszaal schreef Buddingh’ dat een bezoek iedere keer een avontuur was, en dat de toenmalige directrice abonnementen op diverse literaire bladen uit haar eigen portemonnee bekostigde. Tijdschriften die werelden deden opengaan voor de schrijver in spe.

Nog een leuke anekdote gaat over de beroemde boekhandel A.G. Versteeg, en hoe empathisch de boekhandelaar Koos Versteeg zich gedroeg tegenover klanten die te krap bij kas zaten om de officiële prijs te betalen. Hij liet het boek dan voorzichtig vallen of verboog de punt van de band en merkte op dat het jammer was dat het licht beschadigd was. Zo ging dat boek dan voor een tweedehandsprijsje over de toonbank.

Men zou rijk moeten zijn om zich arm te kunnen kopen aan boeken, noteerde Buddingh’ later in zijn dagboek. De oprichter van de boekenwinkel, vader van Koos, was overigens minder klantvriendelijk. Een klant die om een mooi boek vroeg, kreeg als bits antwoord dat hier alleen maar rotboeken verkocht werden. Die humeurigheid herken ik dan ook wel weer. Het is de ervaring van het metier, geen lusten zonder lasten.

 

 Column geschreven in opdracht van VVBAD en oorspronkelijk gepubliceerd in META: Tijdschrift voor Bibliotheek en Archief, 2024(1).