Aankomen in Bali

Bezige bij Ingrid Vander Veken is met het intrigerende Aankomen in Bali aan haar vierde roman toe. Het is een bevlogen en tijdloos liefdesverhaal waarin de westerse en de oosterse cultuur samensmelten. De vertelfiguur is de moederfiguur. Zij ziet aanvankelijk met lede ogen aan hoe haar zoon Maarten zich steeds verder verdiept in de oosterse cultuur en zich distantieert van het westerse individualisme. Zonder goed te beseffen wat hij exact zoekt, trekt hij naar Bali. Hij wordt er al snel opgenomen in de Balinese gemeenschap, en treedt op in een gamelanorkest. De jongen is niet alleen volledig in de ban van het Balinese tempeldansen, maar is ook nog eens stapelverliefd op een van de tempeldanseressen. Het leidt tot een sprookjesachtig huwelijk.

Vanuit afwisselende perspectieven wordt het verleden van de Vlaamse jongen gereconstrueerd. Niet alleen de moeder, maar ook zijn vader, broer en Chinees-Laotaanse jeugdvriend Hang komen aan het woord. In een ontroering opwekkende stijl wordt ten slotte ook de metamorfose van de moederfiguur uit de doeken gedaan. Na haar scepticisme en de angst om haar zoon te verliezen, leert ze de Balinese levensfilosofie waarderen en respecteren. Openheid van geest en vrijheid nemen de plaats in van het overbeschermende aspect. Met veel gevoel voor detail beschrijft Vander Veken de tradities en folklore van de Indonesische dansscholen. De echte reiziger weet niet waarheen hij gaat, luidt een Chinees spreekwoord dat als motto het boek inluidt. En dat geldt net zo goed voor de lezers van deze roman. Aankomen in Bali biedt vrijwel perfecte vakantieliteratuur. Het is zowel een eigentijds exotisch tempelsprookje, een reisgids vol levendige beschrijvingen en etnografische details als een spirituele zoektocht naar de waarden en tradities van het Oosten. Er werd vorig jaar ook een theaterversie van opgevoerd.