Kamermeisjes en soldaten

Schetsen van een dolgedraaide wereld
recensie van Kamermeisjes en soldaten (Arnon Grunberg)

Lange tijd leek Arnon Grunberg te voldoen aan dat romantische beeld van een schrijver die op zijn zolderkamer het ene na het andere meesterwerk tracht neer te pennen. Maar de in New Yorkwonende schrijver besloot het over een andere boeg te gooien. Naar het befaamde advies dat Maksim Gorki aan Isaak Babel meegaf wou hij onder de mensen te gaan. Toen het NRC Handelsblad in 2005 een nieuwe chef Kunst kreeg zag hij zijn kans schoon om uit zijn ivoren toren te komen. Hij kreeg een vaste rubriek “Grunberg onder de mensen” waarin hij zijn reisverslagen en observaties kwijt kon. Bedoeling was dat Grunberg op plaatsen ging komen waar hij normaal gesproken nooit zou terechtkomen, zoals Afghanistan, Guantánamo Bay, Kossovo, Afghanistan en Irak. Hij zoekt er naar antwoorden op vragen zoals waarom mensen revolutionair worden of zich vrijwillig als soldaat aanmelden en zich in oorlogsgebied wagen. Deze literair-journalistieke stukken werden nu verzameld in Kamermeisjes en soldaten.

Het eerste stuk over Afghanistan zet de toon, ver weg uit zijn veilige cocon ziet de schrijver met lede ogen wat oorlog teweegbrengt. En hoe Grunberg zich ook inspant om zich als kameleon tussen de soldaten te bewegen, hij blijft in de eerste plaats de observator en schrijver die de realiteit aftoetst aan zijn literaire achtergrond. Zijn oorlogsverslaggeving zit dan ook propvol verwijzingen naar literaire meesterwerken als Catch 22 (Joseph Heller) of Slachthuis vijf (Kurt Vonnegut). Het levert een mooi spanningsveld tussen fictie en realiteit op. Als Arnon Grunberg soldaten interviewt ziet hij ze soms als personages in een verhaal, terwijl de verhalen die ze te vertellen hebben echt wel getuigenissen of ooggetuigenverslagen zijn.

Met veel empathie spit hij het verhaal van Lori Berenson uit, een NewYorks meisje dat op 26 jarige leeftijd gearresteerd werd in Lima op verdenking van terrorisme. Wat bezielt zo iemand om de veilige thuishaven te verlaten en zich bij een revolutionair gezelschap in Peru aan te sluiten? Hij trekt samen met haar vader naar de Peruviaanse cel waar ze zit te verkommeren, tevergeefs zoekend naar antwoorden. In andere reportages belicht Grunberg de politieke actualiteit. Hij bezoekt Guantánamo Bay en spreekt er met de hardvochtige bewakers. De meeste vragen blijven ook hier onbeantwoord. Niet kritische vragen krijgen als antwoord ‘good question’, al de andere vragen worden genegeerd. Het brengt bij Grunberg, die in alle omstandigheden laconiek en tongue in cheek blijft, gedachten over selectieve verontwaardiging en onverschilligheid naar boven. Ook zijn reis naar Irak als ‘embedded’ journalist staat in het teken van zijn nieuwsgierigheid naar het dagelijkse leven van de soldaten. Naast deze oorlogsverhalen zijn er ook enkele lichtvoetigere stukken, waarin Grunberg respectievelijk als kamerjongen in een hotel, of als restaurateur op een Zwitserse nachttrein werkt.

Kamermeisjes en soldaten is een fraai uitgegeven bundel, met kleurenfoto’s, lijvige bijlagen met interviewfragmenten, en bibliografie en trefwoordenregister. Ook al betreft het hier non-fictie, het blijft op en top Grunberg. Zijn observaties zijn vaak spitsvondig en enige zelfspot is nooit ver weg. De wereld verbeteren, daar is het Grunberg niet om te doen. Hij presenteert zich eerder als een 'omgekeerde wereldverbeteraar', een gelukszoeker die nieuwsgierigheid en empathie aan overlevingsdrang koppelt. Het levert alvast een handvol tragikomische schetsen op die illustreren hoe dolgedraaid onze wereld wel is.

Kamermeisjes en soldaten
Arnon Grunberg
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Prijs: €19,95
335 bladzijden
ISBN 9789038890883