Koos
Van Zomeren (1946) is een van de grootste natuurschrijvers uit het Nederlandse taalgebied, doch veel concurrentie heeft hij op dat vlak uiteraard niet te vrezen. De gemiddelde Nederlandse auteur heeft het immers niet zo begrepen op natuurbeschrijvingen en dierenverhalen. Maar Van Zomeren deinst er als volbloed dierenvriend niet voor terug om dieren en planten hun exacte naam en toenaam te geven. Ondertussen heeft hij een aardig oeuvre bijeengeschreven. Een schrijver als
Ronald Giphart -- die men bezwaarlijk van onhipheid kan beschuldigen -- formuleerde zijn lof voor Van Zomeren in "Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid" als volgt: "Er is geen schrijver in Nederland die zulke duidelijke alinea's schrijft als hij. Er zijn mensen die ieder jaar "De avonden" herlezen (natuurlijk tussen kerst en oud en nieuw). Ik hoor daar niet bij, wel herlees ik ieder jaar tijdens Pasen of Pinksteren een Van Zomeren-mozaiëk."
Koos Van Zomeren zelf zou de eerste zijn om alle lofbetuigingen te relativeren. "Ik vind dat de wereld moet weten wat ik te zeggen heb. Maar wát ik te zeggen heb, is bescheiden", zo luidt een van zijn bekende oneliners. Zijn oeuvre omvat meer dan veertig titels, gaande van thrillers uit zijn beginperiode tot literaire romans als "Het schip Herman Manelli" (1990), verzamelde columns als "Het complete Rekelboek" (2002) en dagboeken, met het in de 'Privé-domein'-serie verschenen "Een jaar in scherven" (1988) als hoogtepunt. De bundel blikt kritisch terug op enkele van deze mijlpalen uit zijn werk aan de hand van drie essays, een uitgebreid interview en enkele bijdragen van Koos Van Zomeren zelf. In het boeiende essay "In beesten opgesomd" legt uitgeefster Gerben Wynia de rol van de natuur en de dieren in het oeuvre van Van Zomeren bloot.
Schrijver Willem Van Toorn haalt in "Waar wij wonen" herinneringen op aan zijn dierbare collega, die net als hijzelf pleit voor respect voor wat nog overblijft van het landschap in Nederland. Of zoals Van Zomeren het ietwat nors maar treffend in "Saluut aan Holland" verwoordt: "Overal mensen, overal lawaai, overal nieuwbouw, nergens een ongeschonden horizon, nooit wordt het weer helemaal donker. Altijd stuit je op borden en hekken en afval. In Nederland voel je je net zo'n stalen kogel in een flipperkast."
Redactrice Monica Soeting trekt in haar essay de maatschappelijke werkelijkheid in het oeuvre van Van Zomeren na. "Want je ziet niet alleen wat je ziet" is een boeiend en gepast eerbetoon aan een van Nederlands eigengereidste chroniqueurs.
Recensie oorspronkelijk geschreven voor en gepubliceerd in de Leeswolf 2005, nr. 2 / februari.
Ed Van Eeden, Monica Soeting, e.a.: Want je ziet niet alleen wat je ziet : over het werk van Koos van Zomeren, De Arbeiderspers Amsterdam, 2004, 120 p., [16] p. pl., € 12. ISBN 90-295-0379-3. Distributie: WPG Uitgevers
Meer lezen: De mens is gekker dan een koe