Saturday Night and Sunday Morning

De klassieker van de week is Saturday Night and Sunday Morning (1958) Het was de zwartgallige debuutroman van Alan Sillitoe, een van de illustere angry young men. De protagonist in het boek, Arthur Seaton , is een jongeman uit een arbeidersmileu. De thematiek van de roman is nog steeds actueel, de existentiële leegte met als exponent en ontspappingsroute het hedonisme in het begeerde maar te korte weekend. Zich elke zaterdagavond bezatten om zondagmorgen met een kater te ontwaken. De onverschillige Arthur legt het met alle mogelijke vrouwen aan, komt onontkoombaar tot het punt waarop hij met zijn hoofd tegen de muur lzal knallen. Een echte moraal is er niet in deze sombere vertelling die vol zwarte humor zit.


 Arthur Seaton 's motto luidde: "Whatever people say I am, that's what I'm not." Deze uitspraak inspireerde The Arctic Monkeys voor de titel van hun album uit 2006. Ook The Stranglers gebruikten deze titel voor een live lp. In 1960 werd Saturday Night and Sunday Morning knap verfilmd, met Albert Finney in de hoofdrol. Deze film inspireerde ook Morrissey van The Smiths. In Pretty Girls Make Graves zingt hij Oh, I'm not the man you think I am. Opnieuw een mooi staaltje van geletterde pop. Hier een fragment (via YT) uit de film, waarin deze working class hero en rebel without cause zijn levenswijze vanuit zijn bed rechtvaardigt en nijdig besluit dat "they don't know a bloody thing about me."