Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt


Bijna halfweg 2016. Ja, de tijd vliegt weer voorbij. Douwe Draaisma, schrijver en hoogleraar geschiedenis van de psychologie, duidt dit fenomeen aan de hand van de tientallen fysiologische klokken die in ons lichaam tikken:
"Ademhaling, bloeddruk, hartslag, hormoonafgifte, celdeling, slaap, stofwisseling, temperatuur – al deze processen hebben hun eigen cyclus en geven op hun beurt ons leven ritme en cadans. Daarmee is in feite niets anders gezegd dan dat allerhande fysiologische processen een karakteristieke periodiciteit vertonen.’
Maar daarmee is nog niet verklaard waarom de tijd steeds sneller lijkt te gaan. Omdat je minder nieuwe indrukken opdoet en steeds meer in routine en herhaling vervalt? Een mooi panta rhei getint beeld komt van de Franse bioloog Alexis Carrel (1873 – 1944):
"De objectieve tijd, die van de klok, glijdt in een gelijkmatig tempo voort, als een rivier door laagland. Aan het begin van zijn leven rent de mens nog kwiek langs de oever, sneller dan de stroom. Rond het middaguur is zijn tempo al wat lager en loopt hij gelijk op met de rivier. Tegen de avond, als hij vermoeid raakt, versnelt de stroom en raakt hij achter. Ten slotte blijft hij stilstaan en gaat liggen, naast de rivier die zijn verloop vervolgt in hetzelfde onverstoorbare tempo waarin hij de hele dag al heeft gestroomd"’
Douwe Draaisma, Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt: over het autobiografische geheugen (Historische Uitgeverij) 288 p. Ook verschenen als Rainbow Pocket (2007).