Vreemde vogels

 


Heeft er iemand een ornithobibliofiel in de familie of kennissenkring? Dat is geen afwijking, maar iemand met een grote liefde voor vogels die dat uit door vogelboeken te verzamelen. Ik was in het amusante boek Vogelaars: (nooit) uitgevogeld van Debby Doodeman aan het lezen toen ik op dat woord stuitte. De persoon in kwestie had al zo’n 500 vogelboeken in zijn collectie en kampte met het probleem dat elke verzamelaar, van welk pluimage ook, herkent. Het gebrek aan ruimte om nog meer op de kop getikte boeken te plaatsen. Als er eentje bijkomt, moet je een ander afvoeren. Wat voor keuzestress zorgt. Vele openbare bibliotheken lossen dat op door jaarlijks een boekenverkoop te organiseren.

Ooit praatte ik op een dergelijke uitverkoop met een koppel dat een woonhuis propvol boeken had – er dreigde zelfs een stabiliteitsprobleem – maar er iets op gevonden had. Ze huurden een hangar om de bijkomende boeken te plaatsen. Toen ik vroeg wat ze precies verzamelden, antwoordden ze in koor “van alles”. Ik keek hen geamuseerd aan. Dan heb je inderdaad een grote opslagruimte nodig. Ik vroeg me ook meteen af hoe ze alles klasseerden. Beroepsmisvorming. Maar ik dwaal af. Ik ging het over vogelen hebben. Sinds de lockdown van enkele jaren geleden, is vogels kijken enorm populair geworden. Wat ervoor zorgde dat het aantal vogelboeken dat op de markt komt een hoge vlucht nam. Denk maar aan het titanenwerk dat Nils van Duivendijk – what’s in a name – leverde met zijn Handboek Europese vogels. Een beschrijving van maar liefst 720 soorten, ruim duizend pagina’s. De samensteller werkte er meer dan zes jaar aan.

Zelf ben ik een vrij bescheiden vogelaar. Mijn gloriemoment kende ik toen ik voor het eerst een ijsvogel kon spotten. Ik zag enkele keren een blauwe flits over het water, meer niet, maar bleef geduldig en kon het fraaie vogeltje uiteindelijk fotograferen toen het op een overhangende tak ging zitten. Om scherpe foto’s te maken, ging ik languit op de modderige ponton liggen. Je moet er tenslotte iets voor overhebben. Voor de echte doorgewinterde vogelaars is het ontdekken van een zeldzame vogel zoals de kleurrijke bijeneter de heilige graal. Zelf ben ik al blij als ik een kievit of gele kwikstaart kan spotten, maar het mag net zo goed een mus of vink in de tuin zijn. Ach, denk ik dan, als ik een vreemde vogel wil zien, kijk ik wel in de spiegel.

 

Column geschreven in opdracht van VVBAD en oorspronkelijk gepubliceerd in META: Tijdschrift voor Bibliotheek en Archief, 2023(1).