Zeepbel 2.0

Internetgoeroes prediken de toekomst van het internet: Web 2.0. Een verzamelnaam voor een nieuwe generatie interactieve websites, van Wikipedia tot weblogs. Sociaal zijn in cyberspace: het internet als miljardengemeenschap. Amper enkele uren na de aanslagen in de Londense metro in juli 2005 kon je op de fotosite Flickr.com aan de hand van de trefwoorden 'subway' en 'London' al beelden opvragen die omstanders gemaakt hadden. Een typisch voorbeeld van Web 2.0, zogenaamd 'sociale' websites. Eind jaren negentig onderging het wereldwijde web een eerste revolutie: de grote massa ontdekte het internet. Volgens sommige internetgoeroes zijn we nu toe aan een nieuwe revolutie. Terwijl sites in Web 1.0 voornamelijk een statisch karakter hebben zijn de websites van Web 2.0 voortdurend in beweging. Surfers kunnen zelf content toevoegen of van gedachten wisselen. De trend is consumer generated content: de surfer werkt zelf actief mee aan webpagina's.

De bekendste voorvechter van Web 2.0 is internetgoeroe Tim O'Reilly. Hij legt het verschil tussen Web 1.0 en Web 2.0 uit met enkele eenvoudige voorbeelden. Britannica Online is Web 1.0, een webversie van de papieren boeken. Wikipedia is Web 2.0, iedereen schrijft mee aan een online-encyclopedie. Amazon.com is ook duidelijk Web 2.0, volgens O'Reilly.

Hier en daar gaan sceptische stemmen op over Web 2.0, ook wel Zeepbel 2.0 genoemd. "Waar zit de vernieuwing?" vragen die sceptici zich af. Volgens hen is Web 2.0 niet meer dan een marketingbuzzword zonder concrete inhoud. Inderdaad, al eind jaren negentig konden webgebruikers in groten getale met elkaar communiceren via pakweg Messenger. De term 'weblog' werd al in 1997 uitgevonden door John Barger, en Wikipedia ging al online in 2001.

"Het web is helemaal niet gecrasht, maar is belangrijker dan ooit tevoren", zei webpionier Dale Dougherty op de eerste Web 2.0-conferentie. "De bedrijven die het dieptepunt overleefden, hebben iets gemeen. De dotcomcrash betekende tegelijkertijd de start voor een nieuw soort web."