De iguanodons van Bernissart

Poëzie is vergelijkbaar met dingen die niet beantwoorden aan de eisen van de economie. Zij behoren tot de essentiële microwereld, al duizenden jaren in gebruik: de theepot, de houten lepel, de muur van gestapelde stenen. Zij hoeven niet meer ontwikkeld te worden of vervangen door nog betere exemplaren", liet Geert van Istendael ooit optekenen.

Misschien verklaart dit de veeleer gespannen relatie tussen bibliothecarissen en poëzie. Een biliothecaris kijkt naar poëzie zoals een kat naar een aquarium, steeds met de gedachte dat er meer uit te halen valt. In een vorig leven werkte ik nog in een openbare bibliotheek en het deed me hartezeer om vast te stellen hoe weinig de nieuw aangekochte dichtbundels, vaak fraai uitgegeven en dure exemplaren, ontleend werden.

Nu ik een wetenschappelijke bibliotheek werk, telt onze collectie slechts 1 dichtbundel, maar wat voor een: De iguanodons van Bernissart van de hoger aangehaalde auteur Geert van Istendael (1983). Het verheugt mij vast te stellen dat deze bundel de voorbije twintig jaar toch al ruim 5 keer ontleend werd.