De Nederlandse schrijver
Dirk Van Weelden wisselt in zijn oeuvre hoogtes en laagtes af. Minder intrigerend dan de essaybundel
De straatsofa, maar best wel interessant is
Het middel. De roman begint als een avontuurlijke strip en eindigt als bildungs- en ideeënroman. De structuur is glashelder: drie delen die in tien hoofdstukken onderverdeeld zijn.
Protagonist is de weinig daadkrachtige kantoorboekhandelaar Victor Tamboeli, een Nederlander met een Marokkaanse vader. Hij lijdt aan een hoogst zeldzame en mysterieuze ziekte. Een voor een verliest hij spontaan zijn ledematen. Dit gebeurt pijnlos en zonder enig bloedvergieten. De medische specialisten breken zich het hoofd over deze aandoening en vermogen niks. Wanneer hij op die manier ook zijn linkerbalzak verliest, besluit hij om eindelijk de koe bij de horens te vatten.
Zijn zaak is ondertussen failliet en zijn vriendin staat op het punt om hem de bons te geven. Dit letterlijk uit mekaar vallen moet stopgezet worden. Samen met Jorge, die aan dezelfde aandoening lijdt, onderneemt hij een Odyssee in het woeste oosten van Nederland, een imaginaire woestenij die volledig geïsoleerd is van de moderne maatschappij. Het doel van deze zoektocht is de Mutóplant te vinden, die volgens oude manuscripten aanwijzingen een natuurlijk geneesmiddel is tegen het snelle verval van hun lichamen. Van deze lichtgevende plant zou immers een geneeskrachtig poeder bereid kunnen worden.
Tijdens hun zoektocht worden de twee mannen vergezeld door de jonge wetenschapper Vera, die de invloed van Mutó op de hersenen bestudeert. Hun tocht eindigt echter abrupt als ze door een utopische sekte overmeesterd worden en in de "Enclave" gevangen gehouden worden. Deze Enclave van de Wijsheid Academie heeft als doel hoger ontwikkelde mensen te creëren door het toedienen van synthetische levenservaring.
"Het middel" is een breed uitwaaierende, utopische roman die thema's als 'idealisme', 'terrorisme' en 'ouderdom' aansnijdt. De verteltoon is zoals steeds bij Van Weelden erg laconiek en ongedwongen. De referenties aan zijn helden
Raymond Queneau en
W.F. Hermans zijn legio.
De Enclave als grote experimentele aaneenschakeling van gebouwen die een nieuwe wereldorde uitbeeldt, is duidelijk schatplichtig aan het futuristische
Nieuw Babylon-project van de Cobra-kunstenaar
Constant Nieuwenhuis uit de jaren '60, en ook een aantal theorieën over de symbiotische stad en de nieuwe vorm van samenleven zijn door het werk van Constant geïnspireerd. Deze veelgelaagdheid is de sterkte maar ook de zwakte van deze roman.
Het is Van Weelden duidelijk meer te doen om de metaforische uitdieping dan de intrige. Na het veertigste levensjaar gaat het ongenadig bergafwaarts, en de protagonist zoekt wanhopig naar een uitweg, naar een nieuwe levensfilosofie. De inhoudelijke en thematische verscheidenheid maakt van deze postmoderne roman geen hapklare brok. Wie een spannende voortzetting van de verhaallijn wenst, is eraan voor de moeite. Liefhebbers van filosofische uitweidingen over het verschil tussen schrijven op een typemachine of computer, worden dan wel weer op hun wenken bediend. Net zoals in "
Looptijd" en
"De straatsofa" gunt
Van Weelden ons opnieuw een blik in zijn wonderlijke universum.
Dirk Van Weelden, Het middel (Augustus)
Beschikbaar als e-book voor € 9.99