Een nieuwe lente, een nieuw boek van
Amélie Nothomb. Haar inmiddels al 15e roman mag dan al geen echt nieuw geluid meer bieden, toch blijft het altijd uitkijken hoe de succesvolste Waalse schrijfster van dit moment de lezers deze keer op het verkeerde been zal zetten. Na het satirische "
Zwavelzuur" ("De Leeswolf" 2006, p. 273) lijkt "De verloofde van Sado" op het eerste zicht een bedrieglijk eenvoudig en autobiografisch getint liefdesverhaal. De roman speelt zich af in Tokio, eind jaren '80. Amélie Nothomb is pas 22 geworden en verlaat België om zich terug in haar geboorteland Japan te vestigen. Ze is Brussel beu en wil er de kost gaan verdienen door privé-lessen Frans doceren. Rinri, een 21-jarige man uit een rijke familie, wordt haar eerste leerling. Zijn kennis van het Frans is na drie jaar studeren nog steeds abominabel, terwijl de kennis van het Japans bij Amélie niet verder reikt dan de woordenschat van een vijfjarig kind. De conversaties worden al snel intiem van toon. Het wordt het begin van een liefdesromance, die na een aarzelende start volledig openbloeit. Aanvankelijk zien ze mekaar enkel in de cafés waar de lessen plaats vinden, maar als Amélie tijdelijk in een ruim appartement kan logeren zien ze mekaar steeds vaker daar. Rinri zeult zijn Belgische geliefde op zijn beurt mee naar allerlei traditionele Japanse trekpleisters, waar ze als verliefd koppeltje rondhangen. De culturele verschillen tussen de Belgische en Japanse cultuur leveren bij herhaling humoristische tafereeltjes op. Zo kijkt Amélie verbaasd op als haar leerling/geliefde zich eerst voor de wasbak grondig wast alvorens in de badkuip te kruipen, om zo het badwater niet te bezoedelen. Haar eigen onhebbelijke gewoontes, vergoelijkt Amélie op haar beurt door ze als Belgisch af te stempelen. Vooral de culinaire verschillen zijn groot, en de voorliefde van Amélie om smaakloze spijzen met tabasco te overgieten, wekt eerder afgrijzen dan bewondering op. Ondertussen tracht ze al haar vernieuwde indrukken van Japan te verwerken. Sinds haar kinderjaren had ze het land van de rijzende zon immers niet meer bezocht. Haar herontdekking van een oud en stil Japan roert haar tot tranen toe. Ze wordt er zowaar lyrisch en megalomaan van.
Amélie Nothomb schrijft haar romans op een dieet van rot fruit en straffe thee en met een in vitriool gedompelde pen. In "De verloofde van Sado" is ze echter opvallend mild en zachtmoedig gestemd. Haar proza is nog steeds springerig, vol grappige dialogen en stijlveranderingen, maar de verteltoon is luchtiger en zoeter. Ze stelt weliswaar de Japanse prestatiedrang en de strenge opvoeding aan de kaak en ook het falende onderwijssysteem krijgt een blaam, maar de rode draad blijft haar zeer openhartige en ontroerende liefdesverklaring aan Rinri en bij uitbreiding aan Japan. Gelukkig is de keerzijde van de romantiek bij Nothomb echter nooit veraf. Als Rinri haar na twee jaar ten huwelijk vraagt, besluit Amélie toch terug naar Brussel te keren. Haar onrust, complexiteit en haar neiging tot excentriek gedrag blijken dan al in de kiem aanwezig te zijn. Haar dubbelzinnige houding tegenover de liefde is overigens duidelijk vervat in de oorspronkelijke Franse titel van de roman: "Ni d'Adam, ni d'Eve". Japan mag dan al een paradijselijk land zijn en de idyllische liefde mag tot de prachtigste bloesems leiden, uiteindelijk kiest de schrijfster toch voor een vlucht naar het grijze Brussel. Vrijheid heeft zo zijn prijs.
Amélie Nothomb: De verloofde van Sado, Manteau Antwerpen, 2008, 234 p., € 18,95
ISBN 9789022322710. Vert. van: Ni d'Adam, ni d'Eve door Marijke Arijs. Distributie: Standaard uitgeverij