Paspoort

Administratieve vereenvoudiging zit overal in de lift, behalve in Iran. Dat leert ons het autobiografische relaas van de Iraanse maar in Parijs wonende schrijfster Nahal Tajadod.

In ‘Paspoort’ beschrijft ze één week uit april 2005. Aan het eind van een vakantie in Teheran moet ze haar paspoort verlengen om terug te keren naar Frankrijk, waar ze al sinds 1977 woont. Haar retourticket met Iran Air ligt klaar. Doch het verlengen van een pas is in Teheran een complexe en tijdrovende klus zo blijkt spoedig. Onder het streng islamitische bewind zijn er strikte richtlijnen over voorkomen en gedrag. Het begint al met de pasfoto die ‘islamitisch’ moet zijn. Dat wil zeggen dat het haar achter een hoofddoek verborgen moet blijven, dat er geen make-up zichtbaar mag zijn en een glimlach is al helemaal taboe. Als de fotografen horen dat Nahal in het chique Parijs woont, bieden zij spontaan aan om haar te helpen in haar strijd tegen de trage bureaucratie. Ze kennen immers mensen die bij Burgerzaken werken, niet rechtsreeks maar voldoende om voor haar te kunnen bemiddelen. Nahal Tajadod gaat na enige aarzeling in op hun genereuze aanbod. Het is het begin van een reeks hilarische ontmoetingen met mensen die haar vol goede intenties willen helpen, maar eerder het tegenovergestelde bewerkstelligen. Het levert knotsgekke, bijna absurd aandoende situaties op waarbij functionarissen bijv. levende kippen aangeboden krijgen. Het dagelijkse leven in Teheran is voor westerlingen amper te snappen. De gewoontes en de strenge richtlijnen lijken onwerelds en van planeet Kafka afkomstig te zijn. Ambtenaren moeten blote armen en benen op foto’s van oosterse tijdschriften inkleuren. Overal ligt de zedenpolitie op de loer. Een openbaar gebouw kom je als vrouw niet binnen na eerst gekeurd te worden. Wie de richtlijnen niet volgt kan met een gevangenisstraf of met boetes of zweepslagen gestraft worden. Deze regels nopen de bevolking tot veel creativiteit en humor. Dit gaat van vrouwen die hun charme op een heel discrete manier trachten te uiten, met een lok die onder de hoofddoek tevoorschijn komt en nauwelijks merkbaar gekrulde lippen die een glimlach simuleren. Het roept bij Nahal Tajadod het proza van Balzac op (La Peau de chagrin): “Vluchtig tekende zich iets van charme op haar gezicht af, wat scheen te bewijzen dat we elk ogenblik weer nieuwe wezens zijn, uniek, zonder enige gelijkenis met de wij in de toekomst en de wij in het verleden”. Deze omschrijving gaat perfect op voor de Teheraanse bevolking tout court. Het is trouwens opvallend hoe mild en lichtvoetig de toon van Nahal Tajadod gedurende haar verhaal blijft. Ook al is de verlenging van haar paspoort op een bepaald moment ver weg en wordt haar Franse echtgenoot, de scenarioschrijver Jean-Claude Carrière, bijzonder ongeduldig.
‘Paspoort’ biedt een humoristische en milde kijk op het leven in het Iran van vandaag. Nahal Tajadod is afkomstig uit de betere kringen van Noord Téhéran, een familie bestaande uit intellectuele en politieke functionarissen. Haar grootvader diende nog als minister onder de sjah. Op die manier is het uiteraard net iets makkelijker om de liefde voor je moederland te bezingen.

*Recensie oorspronkelijk geschreven in opdracht van Vlabin-VCB en gepubliceerd in Leeswolf 2008, nr. 4, mei

Paspoort
Nahal Tajadod
ISBN: 978 90 234 2743 8
Omvang: 272 bladzijden
Uitvoering: Paperback
Prijs: € 18.50