Het leven heeft geen geheimen van
Koos Van Zomeren (1946) is opgebouwd rond drie verhalen en personages: een man die op een begraafplaats in Arnhem zijn stem verliest, een Duitse soldaat die in een Russische gebeurtenis wordt meegesleurd en over een broertje dat er nooit helemaal bij heeft gehoord. Deze drie verhalen lopen uiteindelijk samen. Verwacht echter geen netjes afgerond geheel, Van Zomeren vertelt zijn verhalen haperend en bedachtzaam. Moedwillig haalt hij er de vaart uit door op metaniveau zijn strubbelingen met plot, verhaaltechniek en personages kenbaar te maken. In ruil voor het stokkende tempo krijg je inzicht in de mechaniek van het schrijven.
Voor de inmiddels geroutineerde auteur is het schrijverschap een deel van zijn dagelijks leven. Het construeren van een verhaal is een koud kunstje geworden. Een goedlopende, vlotte structuur is aan Van Zomeren niet meer besteed. Zo is de keuze voor een romanfiguur zonder stem niet bepaald de gemakkelijkste. Bevorderlijk voor het dialooggehalte van een roman is het immers niet. "
Zonder dialogen voer je het gevecht met één hand op je rug gebonden", merkt Van Zomeren laconiek op.
De fragmentarische verhalen weerspiegelen het chaotische van het echte leven. Creatieve momenten waarbij diepzinnige gedachten opborrelen, worden afgewisseld met momenten waarin de tijd geruisloos voorbijtikt. Van Zomeren noteert ijverig welke boeken hij leest of welke muziek hij beluistert, maar ook hoe lang hij naar snookeruitzendingen op tv kijkt (uren, dagenlang). Het verglijden van de tijd is duidelijk de fijne, rode draad die door het boek loopt.
Zelf noemt Van Zomeren
Het leven heeft geen geheimen bescheiden een 'kleine' roman, maar dat is zijn eigen boek onrecht aandoen. Zoals steeds strooit hij kwistig met oneliners als "
zwijgen, dat is toch pas goud als je erover kunt spreken". Ook de bitterzoete observaties van het eigentijdse leven zijn legio. Poneren dat het leven geen geheimen heeft mag dan al aanmatigend klinken, het is paradoxaal genoeg tevens een ode aan het raadselachtige van het leven en een afrekening met de overdaad aan betekenissen en stompzinnigheden die onze tijdgeest kenmerken. Klein is nog steeds mooi.
Koos Van Zomeren: Het leven heeft geen geheimen (Stichting Uitgeverij XL Den Haag, 2005), 143 p.