Met dit vertellend essay over de geschiedenis van een huis op de
Herengracht in Amsterdam, speelt
Dirk Van Weelden een thuismatch. Hij woont immers al sinds 1984 in de Amsterdamse binnenstad. Herengracht 609 is een patriciërshuis dat enkele illustere figuren tot zijn bewoners kon rekenen. Toen het pand in 2007 door het Amsterdamse Fonds voor de Kunst werd verlaten en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties er zijn intrek nam, werd aan Van Weelden gevraagd of hij geen boek wou schrijven over de geschiedenis van het 335 jaar oude huis. Na enige bedenktijd en een duik in de archieven aanvaardde de schrijver-filosoof deze opdracht.
Vierentwintig uur verbleef de schrijver bij wijze van experiment in het leegstaande huis. Aan de hand van verhalen aan zijn zoon wekte hij de lange stoet van de bewoners uit het verleden tot leven. De ontdekkingstocht door de verschillende kamers mondt uit in bespiegelingen over de Amsterdamse
Gouden Eeuw en de leefwereld van de verschillende generaties die het huis bewoonden. Zo was Gerrit Hooft er enkele decennia lang hoofdbewoner. Hij bekleedde liefst acht ambtstermijnen als burgemeester van Amsterdam.
Verder woonde de bekende ornitholoog Jacob
Temminck er, samen met zijn zoon Coenraad Jacob. In de kelderverdieping — door Van Weelden de "nuttige" verdieping genoemd — bewaarden ze hun uitgebreide privécollectie opgezette vogels.
C.J. Temminck, auteur van o.m. het basiswerk "Manuel d'ornithologie, ou Tableau systematique des oiseaux qui se trouvent en Europe" (1815), werd in 1820 de eerste directeur van het
Nationaal Natuurhistorisch Museum van Leiden. Later verhuisde hij naar Herengracht 400, en het huis werd lange tijd door een adellijke familie bewoond. In de jaren '30 van de vorige eeuw kocht een industrieel het pand op met de bedoeling er een Flora Palace van te maken, waarbij restaurants en foyers aan de Herengracht via overdekte binnentuinen zouden worden verbonden aan een totaaltheatercomplex in de Amstelstraat. Zijn ambitieuze plannen werden echter nooit uitgevoerd. Van 1937 tot 1997 ten slotte huurde het mysterieuze Italiaans consulaat het pand.
Op zijn typische eigenzinnige wijze smokkelt Dirk Van Weelden cultuurkritische beschouwingen in zijn historisch resumé. Al bij aanvang van zijn betoog verklaart hij waarom hij renoveren van huizen belangrijker acht dan het bouwen van nieuwe huizen. Een nieuw begin is immers zoveel interessanter dan een begin tout court. Als filosoof zal Van Weelden wellicht niet vaak met opgestroopte mouwen zitten klussen, maar hij brengt niettemin een lofzang op de geur van vers stuc- en schilderwerk. In korte hoofdstukken die telkens een plaats of toestel in het huis als uitgangspunt hebben, borduurt hij verder op zijn vertrouwde thema's van vooruitgangsideeën en vrijheidsstreven. De verteltoon van vader tot zoon geeft het boekje een lichtvoetige en frivole toets die de bokkensprongen tussen details en grote lijnen vlot verteerbaar maakt. Het boek eindigt zowaar met een wijze levensles van de auteur aan zijn tienerzoon. "De wereld van 609" is niet meer dan een tussendoortje in het snel groeiende oeuvre van Dirk Van Weelden, maar wel eentje om je vingers bij af te likken.
Dirk Van Weelden: De wereld van 609 (e-book), Atlas Contact Amsterdam, 111 p.