In het veilinghuis Sotheby's in Parijs waren gisteren allerhande memorabilia te koop van Jacques Brel. Een landgenoot betaalde woensdag 108.750 euro voor het manuscript van het lied 'Amsterdam' van Jacques Brel. Dat is zowat het dubbele van wat schatters hadden voorspeld. Hopelijk is het papier in goede staat en werd het niet in zo'n kladschriftje (cahier de brouillon) geschreven. Anders is het geen duurzame belegging in deze beroerde tijden. Maar over tot de orde van de dag: de Nobelprijs voor de Literatuur. Ik ben sinds de niet-toekenning aan Claus of Boon redelijk teleurgesteld in de Koninklijke Zweedse Academie. Maar ere wie ere toekomt: de Franse romanschrijver Jean-Marie Gustave Le Clézio krijgt dit jaar de begeerde prijs. De 68-jarige Le Clézio volgt de Britse Doris Lessing op, die vorig jaar de belangrijkste literaire prijs in ontvangst mocht nemen.
De Academie omschreef Le Clézio als een "schrijver van nieuwe vertrekpunten, poëtische avontuurlijkheid en sensuele extase" en als "een verkenner van een menselijkheid voorbij en onder de heersende beschaving". Le Clézio's wereldbeeld wortelt in het (Franse) existentialisme van Sartre en Camus en diept een post-romantische natuurmystieke denkwijze met aandacht voor de stille schoonheid van de natuur uit. Uitgeverij De Geus heeft zes romans van de kersverse winnaar in de aanbieding: 'De Afrikaan' (het verhaal van Le Clézio's vader), 'In volle zee', 'Angoli Mala' (dat zich afspeelt in Panama), 'Gouden Vis' (over de zoektocht naar haar identiteit van een Marokkaanse vrouw), 'Diego en Frida' (over het beroemde Mexicaanse schilderspaar Diego Rivera en Frida Kahlo) en tenslotte het autobiografisch getinte 'Omwentelingen', mijn favoriete boek van deze eigenwijze Fransman. (Bron: Elsevier/Knack/Belga)