Na een carrière van ruim veertig jaar mag
L.H. Wiener rustig een
schrijver met ervaring genoemd worden. Na het voortreffelijke “
Eindelijk volstrekt alleen” (2008) verschijnt nu
Herinneringen aan mijn uitgevers. In zijn schrijversloopbaan veranderde hij een handvol keer van uitgever. Zijn debuut verscheen in 1967 bij Meulenhoff. Daarna verscheen Wieners werk respectievelijk bij van Oorschot, de Bezige Bij, Bert Bakker en zijn huidige uitgever Contact. In zijn voorwoord scherpt Wiener meteen zijn pen: “
uitgevers zijn als vijanden, je kunt niet zonder ze.” Zijn zwerftocht doorheen het uitgeversland deed zijn misantropie niet afnemen, in tegendeel.
In chronologische volgorde overloopt Wiener zijn periodes bij elke uitgever, waarbij fragmenten uit de toenmalige correspondentie de vaak gekleurde herinneringen aanvullen of opfrissen. Ook in zijn contacten met uitgevers manifesteert de schrijver zich als een koppig en dwars karakter. Altijd overtuigd van zijn eigen gelijk gaat hij de strijd aan met onwillende redacteurs die de teneur of vorm van zijn grimmige verhalen aangepast wille zien. Soms is de verteltoon zeurderig en hoogdravend, maar altijd blijft Wieners stijl superieur, iets wat ook al zijn brieven kenmerken.
Soms levert die rancuneuze terugblik bijzonder grappige en relativerende inzichten op, zoals over de totstandkoming van Wieners eerste verhalenbundels. Het debuut ‘Seizoensarbeid’ zorgde meteen al voor een rel aangezien een houder van een strandpaviljoen in Zandvoort zichzelf herkende in een personage en doodleuk de uitgever en de auteur een proces aandeed en een bedrag van drie duizend gulden toegewezen kreeg wegens smaad.
De opgenomen brieven in de bundel tonen ook aan hoe relatief de besluit- en compromisvorming rond de keuze van de titel en het voor- en achterplat in die begindagen wel was. Zelfs als prille twintiger trachtte Wiener zich zelfverzekerd voor te doen tegenover Geert van Oorschot, de uitgever die hem het nauwst aan het hart lag. Maar de onzekerheid en gespletenheid zat toen al in hem: “geen glimlach zonder wantrouwen, geen handdruk zonder vuist in de andere (…)”, laat Wiener ontvallen over een van de eerste ontmoetingen met de uitgever.
Het boek staat bol van dergelijke petites histoires die het literaire bedrijf uithollen. Wiener houdt zijn zure oprispingen niet in, ook over ondermeer de veel te vroeg overleden Adriaan Jaeggi die er in slaagde een manuscript van hem af te wijzen en vervolgens te laten verdwijnen. In het eerste appendix is ook zijn kritiek op Cees Buddingh’ opgenomen, wiens dagboeken hij als eerste oninteressant geleuter noemde en als armoedzaaiersproza bestempelde. Ook de Nederlandse literaire kritiek krijgt er zoals vanouds van langs. Wiener typeert hen in een brief als de drie O's: ongeïnteresseerdheid, onvermogen en onbenul.
Ook grappig is de ironische spelling van het lot die er voor zorgde dat de mysogyne Wiener uiteindelijk bij Contact een veilige thuishaven vond, een uitgeverij waar louter vrouwen de scepter zwaaien. Wieners herinneringen zijn afwisselend hilarisch, ranzig en sarcastisch. Het zijn scherpe aantekeningen van een eigenwijs schrijver die ooit te kennen gaf dat het van geen belang is waarover een schrijver schrijft, zolang hij dat maar goed doet. Met Herinneringen aan mijn uitgevers maakt L.H. Wiener zijn imago als sarcast, stilist, fictiograaf en mopperaar weer volledig waar.
Recensie geschreven in opdracht van Vlabin-VBC en gepubliceerd in Leeswolf, nr 2, maart , 2009
Auteur: Wiener, L.H.
Uitgever: Contact
Eerste druk: 1-11-2008
Verschijningsdatum: 29-11-2008
Verkoopprijs: € 16,95
Aantal pagina's: 175
ISBN: 9789025428938