Het lijden van een jonge kassière


Het verhaal van de Française Anna Sam heeft veel weg van een sprookje. Na haar studies letteren aan de aan de universiteit van Rennes, waar ze afstudeerde op het werk van Jean Ray, vond ze geen werk en haar studentenjob werd haar permanente job. Acht jaar lang werkte ze als “kassierjuffrouw” in diverse grootwarenhuizen. Met haar diploma in haar schortzak moest ze als een Assepoester de draad uit het lijf werken voor een karig loon. Ze begon haar wedervaren als kassierjuffrouw op een blog te vertellen. Al snel had ze bijna een half miljoen bezoekers per dag met haar online dagboek. Zo trachtte ze ondermeer uit te vissen waarom caissières altijd vrouwelijk zijn. Sam groeide uit tot het symbool van alle caissières in Frankrijk. Eindelijk iemand die de klant niet als koning beschouwde maar gewoon in zijn hemd durfde te zetten en een minimum aan respect en beleefdheid opeiste.

Een boekversie getiteld Les tribultations d’une cassière werd snel op de markt gebracht en verkocht als zoete broodjes. Inmiddels zijn er wereldwijd vertalingen gepland en is er inmiddels ook een Nederlandse vertaling verschenen. Is dit een uit de hand gelopen grap of hype of verdient Anna Sam deze grote aandacht? De kerk ligt zoals zo vaak in het midden. Haar autobiografische relaas biedt een mix aan anekdotes, scherpe observaties en achtergrondinformatie over het reilen en zeilen van een grootwarenhuis. Het grappige boekje werd mooi uitgegeven en opgedragen aan iedereen die ooit achter een kassa gezeten heeft. Voor die mensen zal “De kassière” een waar feest van herkenning zijn. Maar ook andere mensen met een publiekelijke functie zoals baliemedewerkers of loketbedienden zullen veelvuldig moeten glimlachen om het leed dat de protagoniste dagelijks moet ondergaan. De verteltoon van Anna Sam is heel direct en niet gespeend van ironie. In een dertigtal korte hoofdstukjes behandelt ze het leven zoals het is in een grootwarenhuis. Ze illustreert de onredelijkheid van veel klanten en de besognes met de dienstchefs omwille van de veel te korte lunchpauzes.

Op haar best is Sam als ze met veel sarcasme de onbeleefde en opdringerige klanten een veeg uit de pan geeft. Botte klanten die het niet eens nodig achten om hun telefoongesprek te onderbreken terwijl ze afrekenen, en die de kassière als een object, een verlengstuk van de kassa beschouwen. Grappige anekdotes zijn er genoeg te rapen. Een hele revue van menstypes passeert elke dag weer voor de ogen van de kassière. Er zijn de boze mensen die weigeren te betalen voor hun boodschappentasje. Verlegen mensen die zich schamen voor bepaalde aankopen zoals toiletpapier of maandverbanden, in groot contrast met de macho’s die met hun condooms en x-rated movies uitpakken. Vroege vogels die al voor de opening van de winkel klaar staan, en de laatkomers die terwijl de lichten gedimd worden nog snel hun kar volladen. Interessant zijn ook de strategieën die ze uit de doeken doet die voorkruipers toepassen en de smoezen die mensen verzinnen om toch maar aan de snelkassa bediend te worden. Grote literatuur is het allemaal niet, daarvoor blijft de toon te anekdotisch en oppervlakkig maar het boek leest erg vlot weg en opende alvast veel deuren voor de schrijfster. Als cassière hoeft Anna Sam na deze commerciële voltreffer dus niet meer te werken.

De Kassière van Anna Sam, vert. uit het Frans: Joris Vermeulen, Artemis en co, 154 p.