>
- Link ophalen
- X
- Andere apps
‘Ik begrijp de moordenaar’ is de vierde roman van Marc Boog (1970). Wars van de provocerende titel is het een ongewone maar boeiende crimi roman. Protagonist en vertelfiguur is een 64-jarige naamloze en ietwat kleurloze rechercheur. “Alles is voorbij”, luidt zijn trieste levensmotto. Een jaar voor hij op pensioen mag vetrekken, krijgt hij van zijn commissaris echter de opdracht om een dertig jaar oude moordzaak opnieuw te openen. In een oude molen vermoordde een man zijn jonge minnares door “in een orgie van geweld” zestien kogels op haar af te vuren. Hij werd opgepakt en nadien weer vrijgelaten, dankzij het bespelen van de media en een getuigenis van zijn toenmalige vrouw. De moordenaar is dertig jaar later al overleden maar zijn zestigjarige en nog steeds erg knappe weduwe ontvangt de rechercheur met open armen. Die uitgekookte en mysterieuze dame is het archetype van femme fatale. De rechercheur begint een affaire met haar en willigt al haar soms vreemde eisen. Met veel zin voor raffinement bespeelt ze haar onwetende minnaar als een marionet. Aanvankelijke hervindt de uitgebluste speurneus bij haar een joie de vivre die hij sinds zijn studentenjaren kwijt was. Maar de situatie ontspoort snel. In plaats van een politierapport levert hij een in wezen erg openhartig dagboek af dat meer en meer op een schuldbekentenis begint te lijken. Zijn empathie met de moordenaar wordt steeds groter en hij schaft zich een pistool aan. Zal de geschiedenis zich herhalen?