Uitgelopen hartstocht (2)

Als hardloper probeer je steeds opnieuw de grenzen te verleggen. Je trainingsschema’s en je sportwatch zijn je houvast. In plaats van rekening te houden met de kans op overtraining, vrees je telkens dat je niet genoeg loopt. Mist, sneeuw, vrieskou, geen enkel weertype houdt je binnen. Tough Guys Don't Dance, They Run... Lopen zal je, en niet binnen op een loopband, dat is meer iets voor zondagslopers of advocaten.

En dan gebeurt het. Je botst op je eigen grenzen, je weerstand neemt af en je wordt ziek of raakt geblesseerd. De trainingsschema’s kunnen meteen de prullenmand in. December werd mijn zwarte maand, geveld door zware ziekte. Mijn universum was drie weken lang begrensd door een bed en een sofa. Een glas water in de keuken halen was een heuse krachttoer. In mijn koortsdromen zag ik mezelf nog steeds de marathon van Parijs uitlopen in een scherpe tijd, maar dan wel in het zog van K3 verkleed als biggetjes. Dus dat was geen referentie.

Na drie weken ging het weer beter. Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat je van lopen een beter geheugen krijgt. Het doktersadvies om niet weer bij vrieskou te gaan lopen was ik niettemin snel vergeten. Een extra laagje textiel zou wel volstaan. Verdwenen was de patiënt, er was enkel nog een met de wind worstelende loper op een verlaten strand.

Ik was aan een nieuw wedstrijdschema toe. Op 11 april wordt het nieuwe loopseizoen voor geopend verklaard. Dan staat een van mijn favoriete wedstrijden van het seizoen op het programma: de snelle 10 k run van Oostende. Een eerste marathon loop ik nu pas in juni, tijdens de nacht van West-Vlaanderen. Als avondmens moet mij dat wel liggen, een marathon die om 8 uur 's avonds start. In tegenstelling tot Parijs zal het parcours ook biljartvlak zijn. De andere wedstrijden die ik loop zijn de krenten uit het Running Tour aanbod, aan te vullen met nog enkele lokale wedstrijden.

In het najaar loop ik als afsluiter en hoogtepunt van het seizoen de marathon van Brussel, op dat heuvelachtige parcours waar ik tijdens de halve marathons al meermaals mijn tanden op stuk beet. Een beetje ambitie kan geen kwaad. Hoe hoger de te beklimmen bergen er voor je uitzien, hoe beter. Anders gaapt toch maar de leegte en de afgrond. De jacht op persoonlijke records kan weer beginnen.

(column; Uitgelopen hartstocht; 2)