In een
artikel in Knack van Jurgen Masure wordt uit de doeken gedaan hoe de Belgische musea de digitale trein dreigen te missen. In Belgiƫ is er volgens cultuurwetenschapper Martijn Stevens nog veel werk aan de winkel. Websites zijn te statisch. De meeste musea wagen zich nu pas op sociale netwerksites als
Facebook en
YouTube. Op wetenschappelijk vlak steekt het Koninklijk
Museum voor Schone Kunsten in
Brussel met kop en schouders boven de rest uit. De hele collectie staat online, wat het academische onderzoek alleen maar ten goede komt. En de website van Bozar ten slotte beschikt over podcasts, een webwinkel en biedt 'informatie in de diepte' aan.
Cultuurwetenschapper Martijn Stevens (30), verbonden aan de Radboud Universiteit van
Nijmegen, promoveerde op een proefschrift over de digitalisering in de kunstmusea, neemt
Tate Britain als voorbeeld. Officieel telt het Tate vier musea, maar de website wordt via channel.tate gezien als een volwaardig kunstinstituut. Ook
Twitter wordt nog bitter weinig door onze musea gebruikt. Enkel Z33, het S.M.A.K., Bozar, MSK en MOWA zijn al op de kar gesprongen. Nochtans volgen heel wat kunstliefhebbers musea op Twitter. Het initiatief '
#Follow a museum' wil dat aantal alleen maar aanwakkeren. Belgiƫ was de grote
afwezige en ontbreekt dus in de
landenlijst. Er is dus nog wat werk aan de winkel. Hier vind je een
lijst van
@creatingthepast met de Belgische musea die wel al institutioneel twitteren.