Honderd jaar gezelligheid

Sana Valiulina, een Nederlandse schrijfster van Oost-Europese afkomst, brak in 2007 door met ‘Didar en Faroek’, een epische Sovjetroman. Nu drie jaar later pakt ze uit met al een even ambitieus ogende roman. In ‘Honderd jaar gezelligheid’ onderneemt ze een poging om de tijdsgeest en volksaard van Nederland, haar tweede vaderland, te vangen.

Hoofdpersonage is het rijkeluiskind Roland Warmer die net zijn gymnasiumdiploma behaalde. Zijn ambities zijn echter minimaal. Ondanks zijn goede afkomst wil hij niet verder studeren. Als advocaat of consultant wil hij toch niet door het leven gaan. Zijn ouders horen het in Keulen donderen als hij aankondigt om vuilnisman te willen worden. Als ambtenaar bij de reinigingsdienst heeft hij een echte missie, namelijk de vuilnishopen op te ruimen waarin zijn land verzuipt. Samen met zijn laaggeschoolde collega's tracht hij het hoofd boven water te houden. De volksbuurt de Bijlmer wordt zijn nieuwe en harde biotoop. Als een zondaar die wil boeten voor alles wat er in de samenleving fout loopt zakt Roland steeds verder in de smerigheid af. Dankbaarheid hoeft hij in deze etnische smeltpot niet te verwachten. Zijn verbaasde collega’s, het merendeel Antillianen en Surinamers, krijgen te horen dat hij er op staat om in het park de smerigste plekken onder handen te nemen. Zonder de gebruikelijke werkhandschoenen raapt hij de gebruikte spuiten en kapotjes op tot zijn handen bloeden en verzweren. Via de stront wil hij naar de sterren reiken. Zijn queeste naar de onderste laag van de Nederlandse maatschappij wordt steeds grotesker en surrealistischer.

Niet toevallig komt het motto van ‘Honderd jaar gezelligheid’ uit 'Titaantjes' van Nescio. In een zwierige, vitale en bij wijlen barokke stijl hekelt Sana Valiulina de verrotting en leegte van de materialistische maatschappij. Haar held wil - weliswaar bij gebrek aan een beter alternatief - vechten voor zijn idealen. Hij presenteert zich als de ultieme aardige jongen. Zijn vrijwillige 'symbolische' martelgang is een revolutionair daad. Wat de protagonist bezielt en wat zijn ware beweegredenen zijn wordt nooit helemaal duidelijk. Haaks op de titel is de sfeer eerder unheimlich dan gezellig. De grens tussen de nette, rijke buurt van Amsterdam en de volkse achterbuurten lijkt imaginair. De rijke burgers zijn even vulgair en obsceen in hun egoïsme als de armtierige types uit de krottenwijken. Beschaving is maar een laagje opsmuk in mondo Valiulina. Het leesplezier spat ondanks deze somber ogende thematiek van elke bladzijde. Ook de literaire referenties zijn legio. Valiulina knipoogt niet alleen naar Márquez' ‘Honderd jaar eenzaamheid’ maar ook naar 'Onder het plaveisel het moeras' uit de Tandeloze tijd-cyclus van A.F.Th. van der Heijden. ‘Honderd jaar gezelligheid’ is een naar alle kanten stuiterende satire, grillig, luchtig en af en toe onnavolgbaar en absurd. Aan het einde van de odyssee wordt duidelijk dat gezelligheid een veelkleurig lappendeken is. Als het te warm onder je voeten wordt, ben je beter af zonder.

Honderd jaar gezelligheid – Sana Valiulina
Uitgeverij: Prometheus
288 pagina’s
Prijs: €19,95