Brandnetels & verkeersborden

Ill. credits: Gummbah.
Een columnist moet volgens Willem Brakman, een van de grootmeesters uit het genre, drie punten goed in het oog houden. Dat zijn de ervaring, het waarnemen en de humor. De kunst is om gezamenlijk op te rukken en dan toe te slaan, noemde hij dat. Wie dit procédé in zijn columns vaak feilloos toepast is A.L. Snijders (1937). Twee recente uitgaven illustreren dit met verve. De bundel 'Ruim water' bevat brieven en columns uit het jaar 1987 en 1988. In die jaren had Snijders een wekelijkse rubriek in Het Parool. De andere bundel draagt als titel 'Brandnetels & verkeersborden'. Het kan beschouwd worden als een 'alternatief' dagboek van de jaren 2010 en 2011 in de vorm van 194 ZKV's. Deze afkorting staat voor Zeer Kort Verhaal. Snijders gaat er prat op dit subgenre zelf bedacht te hebben, al nuanceert hij dat tegelijkertijd. Het zeer korte verhaal bestond immers al lang. Het is het woord van drie letters dat hij bedacht heeft.

Of je het nu columns of zeer korte verhalen wil noemen, doet er in wezen weinig toe. A.L. Snijders toont zich in beide genres een bedreven gids door het alledaagse landschap. Soms ietwat oubollig – als hij meandert over zijn 43-jarige oude Parker vulpen of de ongemakken van e-books - soms heel erg bevlogen over het schrijverschap of de relevantie van oude gedichten. Of het nu over ogenschijnlijk banale observaties over duinaardappelen, roeiboten, walvisgezangen of brandnetels gaat, heel vaak slaagt A.L. Snijders er in om de lezer alsnog te verrassen met zijn eigenwijze en anachronistische visie. De toon varieert tussen licht melancholisch, speels, droogkomisch en strijdvaardig, als het over politiek getinte thema's gaat. 'Brandnetels & verkeersborden' werd fraai uitgegeven en bevat illustraties van de al even tegendraadse Gummbah. Het is het perfecte boek om af en toe – op verloren momenten – ter hand te nemen. Na lezing van een ZKV als 'Idee 538' en 'Bijfiguren' heb je weer energie om de banaliteit van het leven een beentje te lichten.

 Meer mild relativerende, kurkdroge variaties op alledaagse thema’s vind je in 'Ruim water'. Het kan als aanvulling en vervolg op 'Voordeel Schutter' gezien worden, waarin Snijders' Parool columns uit 1986 werden gebundeld. De honkvaste en ietwat wereldvreemde auteur is nog steeds niet geacclimatiseerd aan de twintigste eeuw en heeft een broertje dood aan al die elektronische toestellen die het leven van stadsmensen zo hectisch maakt. Het aardige is dat deze bundel naast de columns ook de correspondentie die de schrijver met zijn redacteur Paul Arnoldussen voerde bevat. Ook een aantal van de brieven die hij schreef aan vrienden en familie werden opgenomen als ze iets te maken hebben met de columns. Ze geven duiding en verhelderen de gedachtekronkels van de eigenzinnige observator.

Net zoals in zijn zkv's gaat A.L. Snijders in zijn columns met een vergrootglas de realiteit tegemoet. Zijn eigen leven noemt hij 'saai en oninteressant', maar het biedt hem wel de gelegenheid om in zijn gekende half erudiete, half ironische wijze naar zingeving te zoeken. De terugkerende thema's in zijn columns zijn vaak verbonden met zijn geïsoleerde en landelijke leven in de Achterhoek. Het zijn miniatuurtjes waarin het verglijden van de seizoenen een grote rol speelt. De eerste gure winterdagen, of de onrust die de komst van een jager verwekt, de verraderlijke noordenwind, de fazanten, de blaffende honden op het erf. Herinneringen ook aan zijn middelbare schooltijd of zijn leven als werkloze leraar toen hij er zich doorheen wist te slaan door veel te lachen en vaak zijn schouders op te halen.

Columns zijn per definitie actualiteitsgebonden stukjes maar Snijders stoort zich daar gelukkig niet aan. Het zijn vaak dromerige en meer filosofische getinte stukken over het leven in de breedte. Het zijn zonder twijfel de door de actualiteit geïnspireerde colums die sneller door de tand des tijd vermalen zullen worden. Al is het opvallend hoe makkelijk Snijders het geweer van schouder kan veranderen. Het kortbenige proza van Snijders schakelt dan moeiteloos een tandje hoger. De zachtmoedige en ingetogen toon moet dan wijken voor de woede van de militante anarcho-liberaal. Voor de kerk toont hij geen genade. Ook politici die niet verder kijken dan hun neus lang is, krijgen van de schrijver een dreun. Al wie verlangt naar een Walden zone, maar te weinig durf heeft om de stap te maken, kan zijn hart ophalen aan het proza van Snijders. Maar wellicht is dat een typisch halfslachtige verzuchting van een stadsmens die de schrijver uit de Achterhoek met plezier zou persifleren.

A.L. Snijders, Brandnetels en verkeersborden, afDH, 2011 256 p.
A.L. Snijders, Ruim water, Uitgeverij Thomas Rap, 2012 287 p.