“Zomer in Montalla” van Huub Beurskens bevat vijf tegendraadse verhalen waarin de personages zoals vanouds geplaagd worden door allerhande obsessies en angsten.
In het titelverhaal geraakt een kunstschilder in de ban van een jong meisje dat als twee druppels water op zijn allereerste liefje lijkt. Als een bevriend schrijver op bezoek komt, geeft dit aanleiding tot vrolijke gesprekken over kunst, literatuur en liefde. De protagonisten slaan mekaar met modieuze kunst- en literatuurkritieken om de oren. Postmoderne, ironiserende verhalen met personages zonder psychologische diepgang, literatuur zonder sociale reflectie. Of nog: kunst zonder dwingende actualiteitswaarde of urgente zeggingsschap over het actuele tijdsgewricht? Voor de kunstschilder is deze taalstrijd slechts een vormvereiste, slechts eventjes houdt het z'n gedachten weg van het meisje en z'n allereerste liefde.
In 'Eendere hellen: een vraaggesprek met gevolgen' spelen het verglijden van de tijd en kunst als zingever om beurten de hoofdrol. De ik-figuur gaat op zoek naar de weduwe van de kunstenaar Bos Harper die op 47-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Welke waarheid drukte hem neer? De antwoorden liggen in zijn schilderijen vervat. Woorden schieten tekort, net als het leven zelf voor de ongelukkige weduwe.
In 'Serge' toont Beurskens zich minder geĆÆnspireerd. Ook hier rakelt de hoofdfiguur herinneringen op aan een onvergetelijke liefde, maar de beschrijvingen van obsessies en onvervulde verlangens worden slechts schetsmatig uitgewerkt? Het begint op een systeempje te lijken. Neen, dan liever het vrolijk makende 'De veer van kiphart', over een niet zo hippe handelsreiziger die steevast met een kippenveer in zijn bagage rondreist.
Ook 'Naar
Torcello' is lichtvoetige waanzin waarin communicatie en relaties op zeer geraffineerde wijze ontleed worden. Hier is Huub Beurskens op zijn best. Geladen proza waarin lineariteit en chronologie ondergeschikt zijn aan aan de spontaniteit en verteldrift. Beurskens (1950) schreef met 'Zomer in Montalla' een verhalenbundel van ongelijke kwaliteit, maar zelfs zijn mindere, licht moraliserende verhalen zijn vaak boeiender dan de schrijfsels van vele van zijn in cynisme verzandde generatiegenoten.
Huub Beurskens, Zomer in Montalla (Meulenhoff, 1998)