The Paradox of Time

Toen men op een blauwe maandag aan de de Britse schrijver Nick Hornby vroeg waarom hij schrijver geworden is, antwoordde hij:

“I write because I can’t do any of the following: paint, sculpt, sing, take photos, play an instrument, commute, wear a suit, remember appointments, return phone calls, work for a boss, concentrate in a meeting, serve food and drink, teach, or do anything else at all, really. Nor can I ever ignore the urge to try and get out what’s in, however hard I try.”

Brengt mij bij de vraag waarom iemand bibliothecaris wordt. De door Nick Hornby opgesomde redenen zullen ook wel in zekere mate van toepassing zijn, maar er is meer aan de hand. Is iemand beroepsmatig met boeken bezig uit liefde voor het gedrukte woord? Of is het eerder de sterke drang tot ordening die tot het verzamelen, indexeren en catalogeren van boeken, tijdschriften en andere documenten leidt? En is vervolgens de wil om te conserveren, preserveren en digitaliseren geen ijdele daad die 'on the long run' tot mislukken gedoemd is? Bibliotheken zijn de graven van hen die niet kunnen sterven (G.Crabbe). Of om de Britse essayist en dichter Henry Austin Dobson (1840-1921) te citeren:

TIME goes, you say? Ah no!
Alas, Time stays, we go;
Or else, were this not so,
What need to chain the hours,
For Youth were always ours?
Time goes, you say?--ah no!
('The Paradox of Time')







Technorati tags: