Eens in een brandend huis

In de grauwe Engelse industriestad Manchester is er weinig hoop voor de lower class. Werklozen schuimen er dronken de straten af en de kleine criminaliteit tiert er welig. De enige taal die er gesproken wordt, is die van de vuist. In dit sombere decor speelt de lijvige autobiografische roman 'Eens in een brandend huis' van Andrea Ashworth (geb. 1969) zich af. Haar vader stierf toen ze vijf jaar oud was en vanaf dan ging alles fout. Haar moeder zocht wanhopig naar een nieuwe levensgezel, maar had weinig geluk in haar keuze. Resultaat was dat ze meermalen als boksbal fungeerde voor gewelddadige, dronken mannen. Het armtierige huisraad werd keer op keer kort en klein geslagen. Andrea verschuilde zich en beschermde haar angstige, jongere zusjes. Ook zij deelden immers vaak in de klappen. Het werd een vast scenario ten huize Ashworth: een nieuwe stiefvader betekent aanvankelijk een periode van rozengeur en maneschijn, dan wordt hij werkloos, begint te drinken en vrouw en kinderen te mishandelen. Andrea zoekt voor deze helse levensomstandigheden een uitweg in de kunst en vooral de literatuur. Op eigen kracht ontdekt ze de prachtigste poëzie, van T.S. Eliot tot W.B. Yeats en Dylan Thomas. Het lezen biedt troost en werkt inspirerend. Ze houdt een dagboek bij en begint heimelijk in gitzwarte melancholie gedrenkte gedichten te schrijven. Een grote zonde in een milieu waar kunst taboe is en waar de enige lectuur tabloids genre 'The Sun' zijn.

Het wonderlijke aan Eens in een brandend huis is de laconieke en bijwijlen erg beeldende, poëtische stijl waarin Andrea Ashworth zelfs de wreedste taferelen beschrijft. Ze vermijdt zorgvuldig de tranerigheid en het zelfmedelijden die vaak zo kenmerkend zijn voor autobiografische romans. Ook aan zelfverheerlijking bezondigt ze zich gelukkig niet. Het komt de emotionele trefkracht van haar relaas alleen maar ten goede. De liefde voor haar moeder en zusjes blijkt immens groot en ontroert. Opvallend in dat opzicht is dat ze nergens met een beschuldigende vinger naar haar moeder wijst, hoewel die door haar lijdzaamheid toch schuldig is aan veel leed. Andrea Ashworth bewijst met dit knap en evenwichtig gecomponeerd romandebuut dat ze op bijzonder boeiende en eigenzinnige wijze kan vertellen. Het is een originele variant op het 'ik-tegen-de-rest-van-de-wereld'-gevoel. Het toont aan dat ook degenen die de laagste sociale klasse bevolken iets van het leven kunnen verwachten, als ze maar van genoeg moed en doorzettingsvermogen getuigen om op ontdekking te gaan en het besloten beluik de rug toe te keren.


Uitgave: Amersfoort : Anthos
Oorspronkelijke titel: Once in a house on fire
ISBN: 90-414-0416-3