Met Genaaid schreef Virginie Despentes een veelbeproken debuut. De kritieken waren verdeeld, het ene kamp loofde de originaliteit en de verrassend rauwe stijl. Andere critici wezen erop dat het vooral de lezer was die genaaid werd. Despentes bleef in haar tweede roman trouw aan haar guerrilla-proza, zonder literaire franjes maar bulkend van de street credibility.
In Hot dogs wordt het verhaal verteld van Louise, een topless danseres in een grauw etablissement. Haar dagboek laat er geen twijfel over bestaan, ze leeft hic et nunc en in overdrive. Over haar omgang met Sonia, een uitgelaten hoertje, schrijft ze: ""eigenlijk vond ik het best leuk om tegen haar tekeer te gaan, een welkome afwisseling met die gesprekken waarbij je je kont moet dichtknijpen, of het spuit er ongezouten uit"". In het universum waarin Louise ronddoolt, is er geen plaats voor mooipraterij. Welkom in de gewelddadige rosse buurten van Lyon. Als er enkele van haar collega's vermoord worden, ontpopt Louise zich tot stand-in detective. Ze belandt in een web van intriges ontplooid door pooiers, maffiosi en andere kleurrijke figuren die de uitgaanswereld in Lyon met ijzeren vuist regeren. Virginia Despentes knipoogt duidelijk naar de hardboiled detectives van Chandler en Hammett. De duistere sfeer herinnert aan Genet, haar vertelstijl aan Bukowski. Hoewel ze slechts hier en daar ook hun peil haalt, is haar portrettering van Louise wel origineel. Haar verrassende levensvisie en ophartige beschouwingen over (betaalde) seks, verkrachting en gratuit geweld zijn provocerend en shockerend. De slachtoffers zijn niet meer dan hompen vlees, klaar om aan de vleeshaak opgehangen te worden. Maar eens dit verrassingseffect uitgewerkt is, blijft enkel de plot van een doorsnee thriller over. Het boek mist de nodige diepgang om tot het eind te boeien. De stilistische armoede suggereert bovendien stilstand, alsof er continu ter plaatse getrappeld wordt. Maar misschien is dit in een doodlopende steeg wel de beste oplossing.