Schaduwvlammen


Er was eens een aardige, lange man die heel arm was en nooit veel te besteden had’, zo begint ‘Poep’, een van de allereerste verhalen van Manon Uphoff uit haar debuut ‘Verlangen’. Het zette meteen de toon voor de rest van haar oeuvre: sprookjesachtige, fantasievolle verhalen met een decadente en morbide schaduwzijde. Alle verhalen uit bundels als ‘Begeerte’, ‘De fluwelen machine’ en ‘Hij zegt dat ik niet dansen kan’ werden nu heruitgegeven in de fraaie en lijvige ‘Schaduwvlammen’. Het boek bevat ook drie verhalen die geschreven zijn in de periode van vóór haar debuut ‘Begeerte’ in 1994. Twee eigengereide, macabere sprookjes en vooral ook het defaitistische ‘Twee meisjes’, een sfeerverslag van een jeugd. De kracht van Uphoff’s tintelende proza is hier in embryonale fase al aanwezig. In één en hetzelfde verhaal roept ze zowel gevoelens van euforie als verslagenheid op. ‘Verlangen’, het openingsverhaal uit ‘Schaduwvlammen’, is een ander typevoorbeeld van die ambivalentie. Het gaat over een erg jong meisje dat haar maagdelijkheid wil verliezen. Ze geeft zich vrijwillig bloot aan een vreemde man, maar niet zonder slag of stoot. Uiteindelijk is er een vlaag van opwinding en begeerte maar als aan het eind van de dag de balans opgemaakt wordt, blijft er niet veel meer over dan een kapotte rits van een jeansbroek.

Hoewel vele van haar autobiografische getinte verhalen over hartstocht gaan, laat Uphoff vooral de pijn en de gruwelijkheid die ermee gekoppeld gaan oplichten. Of zoals het motto verduidelijkt: “Op de muur / Alleen de schaduw / Van de vlammen / Niet het vuur”. Het zijn heftige belijdenissen van personages die steevast door het oog van de naald willen kruipen. Of laconieke, dromerige observaties die uiteindelijk in nachtmerries uitmonden. Een vaak terugkerend thema is dat van de lichamelijke verandering die optreedt tijdens de puberteit en de adolescentie, verhalen waarbij Uphoff niet alleen uit haar eigen jeugdherinneringen put, maar ook uit observaties van haar tienerdochter. In ‘autistisch universum’ reflecteert ze aan de hand van ‘De metamorfose’ van Kafka over die lichamelijke overgangsfases: “Maar wat als arme Gregor Samsa er nu eens vijftig jaar over had gedaan om in een kever te veranderen? Waar zet je dan de streep, hoe markeer je dan de overgang? Wanneer, op welk moment precies, zou hij niet meer zichzelf, maar die ander zijn geworden?” Het is de onmacht die ze voelt als ze haar dochter ziet veranderen in een jonge, sensuele vrouw terwijl ze zelf de eerste ouderdomsvlekken op haar handen vaststelt. Erotiek loopt als een fijne, rode draad doorheen de verhalen, die vaak de mechaniek van de opwinding ontrafelen en demystificeren zoals in het openhartige ‘Erotische verbeelding’. Veel woorden heeft Uphoff niet nodig om een bepaalde sfeer op te roepen en haar universum een duister en dreigend cachet te geven. ‘Schaduwvlammen’ bewijst dat het geheel meer is dan de som der delen. Samengebald bieden haar verhalen een fascinerende staalkaart van de menselijke emoties, hartstochtig en sensitief en tegelijkertijd puntig en wreedaardig.



Manon UphoffSchaduwvlammen Alle verhalen tot vandaag Hardcover | 507 Pagina's | De Bezige Bij ISBN10: 902342560X | ISBN13: 9789023425601
Enhanced by Zemanta