Claudine, brieven van een femme fatale in ruste

Hysterische en verwarde tijden vragen om erotiek. De hedendaagse Franse letterkunde puilt uit van de talloze erotische brievenromans en ontboezemingen. Cathérine Millet, Chimo, Sarah, Virginie Despentes of Marthe Blau zijn enkele van de meest besproken auteurs. Allen publiceerden ze de jongste jaren boeken waarin alle seksuele registers opengetrokken werden. Het taboe rond vrouwelijke seksualiteit en lustbeleving werd doorbroken. In de lage landen is dergelijke traditie van erotische literatuur quasi onbestaande. Nu is er een schuchtere poging om de Franse ‘jouissance’ ook hier te doen ontwaken met “Claudine, brieven van een femme fatale in ruste”. In 2006 verschenen in de bijlage ‘Leven &cetera’ van het NRC Handelsblad de erotisch getinte brieven - zelf maakt ze gewag van missiven- van Claudine Taitlinger. Vanuit het mondaine Nice schreef deze ruim zeventigjarige dame ouderwetse aandoende brieven aan haar hippe achterneef, een DJ in Amsterdam. Lezers vroegen zich af uit welk boek deze grappige teksten geplukt werden en met enige vertraging kwam het antwoord. Het boek moest immers nog verschijnen.

In deze bundeling werden de missiven integraal en ongecensureerd opgenomen. Het is een spannend en avontuurlijk leven waarvan Claudine - “ik ben geen vrouw die naar kinderzegen heeft verlangd’ - verslag uitbrengt. Niet alleen haar eigen amoureuze escapades, met stomende vrijpartijen in treincoupés, herinnert ze zich levendig. Ook de lusten en liefdes van haar zus Laurentia, die uit begeerte voor een Roemeense kolonel in de bordelen van Buenos Aires belandt, en haar moeder die een leven lang achtervolgd wordt door amoureuze brieven van een hopeloze minnaar, zijn terugkerende onderwerpen. Deze ongekuiste herinneringen van Claudine zijn veelkleurige impressies uit tijden toen men in geen geval een dame bij zich thuis noodde. “Een kort souper in een nachtgelegenheid, liefst en chambre séparéé, dat lijkt mij voor een jongeman in jouw positie een betere gedragslijn. Ook de nabijheid van een kerktoren verdient aanbeveling. Het past een heer immers niet, tijdens het liefdesspel regelmatig zijn montre te raadplegen.” Dat zijn enkele van de edelmoedige adviezen die Claudine haar achterneef meegeeft. Deze confrontatie tussen de ouderwetse taal- en leefwereld van een gedistingeerde oude dame met het turbotaaltje van vandaag levert grappige anachronistische tafereeltjes op. Als haar achterneef meldt dat hij een nieuwe “babe” heeft, meent de femme fatale op leeftijd dat er een ongelukje gebeurd is en een baby’tje op komst is. Of ze vraagt hem waar hij de aspirine koopt die hij snuift.
“Claudine, brieven van een femme fatale in ruste” ademt met zijn echo’s uit de dertiger jaren en plechtstatig taalgebruik de sfeer van een Franse boudoir uit. Het is nostalgie verpakt in zijdezachte netkousen. De beschrijvingen van de erotische avonturen zijn afwisselend zinnenprikkelend en humoristisch. Wie achter het pseudoniem van Claudine Taitlinger schuilgaat is voorlopig nog niet uitgelekt. Laat het mysterie vooral intact blijven.

Kwoteringen: *** | Moeilijkheidsgraad: I
142 pagina's | Prometheus