Een van de internationaal meest gelauwerde Nederlandstalige auteurs is
Arthur Japin (1956). ‘Een schitterend gebrek’ – bekroond met de Librisprijs 2004 – en ‘De zwarte met het witte hart’ waren goed voor een oplage van ruim een half miljoen exemplaren en werden vertaald in meer dan twintig talen. Er werd dan ook nieuwsgierig uitgekeken naar zijn nieuwste roman ‘De overgave’, een historische roman die zich in het Wilde Westen afspeelt.
Hoofdpersonage is Granny Parker, grootmoeder van de pioniersfamilie Parker. We schrijven 1830 en het gezin Parker trekt naar de Texaanse prairie op zoek naar te ontginnen land. Als baptisten willen ze eveneens de wilde indianen bekeren. Ze richten met succes een fort op. Een drama volstrekt zich echter als hun nederzetting overvallen wordt door een groep jonge indianen. Het zijn Commanche krijgers, de wreedste en bloedigste indianenstam. De mannen worden meedogenloos gelyncht en hun scalpen worden als trofee meegenomen. De meeste vrouwen worden verkracht en eveneens vermoord. Enkel de dochters en kleindochters worden gespaard. Zij worden als buit meegevoerd naar het indianenkamp waar ze zullen opgroeien. De grootmoeder, een bijzondere strijdvaardige en sterke vrouw, wordt met spiesen aan de grond geregen maar overleeft de folteringen op wonderlijke wijze. Haar rest nog één doel in haar leven: haar dochters terugvinden en wraak nemen op de indianen die dit bloedbad teweegbrachten.
Arthur Japin baseerde zich voor zijn roman op waar gebeurde feiten. Biografieën van Quanah Parker, de autobiografie van Granny Parker en diverse werken over de indianenstammen (‘The World of the American Indian’, ‘The last Commanche Chief’) dienden als illustratiemateriaal voor zijn verhaal. De bestudering van Texaanse archiefstukken bracht heel wat tegenstrijdigheden aan het licht zodat hij zijn verbeelding uiteindelijk liet domineren bij de karakterisering van zijn protagoniste. Hij koos er ook voor om de gruwelijkheden en wreedaardigheden van de indianen niet te beschrijven, maar enkel te suggereren. Wraak en vergeving lopen als een rode draad door de roman. Als de grootmoeder haar kleinkinderen vele jaren terug ziet, blijken ze zich geassimileerd te hebben tot indianen. Haar haat ten opzichte van de indianen zorgt voor vertwijfeling. Ze hervindt tenslotte toch de veerkracht om te blijven vechten voor haar idealen. De heroïek die Japin in zijn proza laat doorklinken is die van gehavende zielen die slechts moeizaam weer overeind klauteren. Niet enkel de grootmoeder, ook het personage van Quanah is een gehavende ziel. Het zijn outsiders die op zoek zijn naar hun plaats in een veranderende wereld. De burgeroorlog, het conflict met Mexico en de strijd met de Indianen zorgen voor een voortdurende onrust die de gespletenheid van de personages nog vergroot. Als zoon van Granny’s geroofde kleindochter Cynthia Ann is Quanah de allerlaatste aanvoeder van de Commanches. In 1875 geeft hij zich definitief over en leidt hij zijn stam voor eens en altijd het reservaat in. Als hij de granny na veertig jaar weer ontmoet, vertelt ze hem de familiegeschiedenis en dat brengt hen uiteindelijk weer wat dichter bij mekaar. ‘De overgave’ is een imponerende roman van ruim 350 bladzijden vol verbeelding, spanning en grote gevoelens. Uiteindelijk is er de catharsis, vermomd als vergeving. De roman wordt vervolledigd met de bronnenvermelding, een stamboom, tijdslijn en kaart en is een nieuw knap staaltje van Japins kunst om historische feiten met universele gevoelens te vermengen. Zijn universum is doordrongen van tragedie en rampspoed, maar aan het einde van de rit blijkt de menselijke geest steeds weerbaar genoeg om terug te vechten.
Recensie geschreven in opdracht van de Leeswolf en verschenen in het december issue 2007De ArbeiderspersISBN 9789029565295