>
- Link ophalen
- X
- Andere apps
"Wat een grap, wat een trieste grap is dit leven toch", zo had August Strindberg zijn autobiografische "Inferno" in eerste instantie willen laten eindigen. Na de scheiding van zijn tweede vrouw Frida Uhl blijft de misogyne Zweed alleen achter in Parijs. We schrijven 1894 en zijn donkerste jaren komen eraan, beter bekend als de 'Infernocrisis'. Met zijn tweede vrouw had Strindberg een haat-liefdeverhouding, maar hij is vooral verbitterd door de censuur op zijn literaire werk. Nadat hij een proces wegens godslastering aan zijn broek gekregen had, voelde hij zich maatschappelijk compleet mislukt. De studie van de magie en het occultisme worden zijn nieuwe passies. Als amateurchemicus voert hij allerlei ambitieuze alchemistische experimenten uit, waar hij aanvankelijk in de wetenschappelijke wereld amper weerklank, laat staan erkenning voor krijgt. Na zijn periode van atheïsme en nihilisme wordt de Zweedse mysticus Swedenborg de profeet die hem uit zijn geestelijke impasse moet halen. Maar Strindberg glijdt onder invloed van de semi-christelijke mystieke geschriften steeds dieper weg. Hij zwerft doelloos en vereenzaamd door de straten van Parijs, leeft op absint en wordt steeds vaker geplaagd door nachtmerries en angstaanvallen. Zijn neurotische gedrag wordt steeds heftiger, met buien van achtervolgingswaanzin. In zijn visoenen doemen demonen op die hem ongenadig bestoken. Zijn suïcidale neigingen nemen toe.