Tussen een persoon



Als je bang bent voor verandering, dan is verhuizen een ware beproeving. Alles wat je in je leven verzamelde, moet in dozen geklasseerd worden. Zelfs het zorgvuldig noteren van de inhoud op iedere kartonnen doos kan niet vermijden dat chaos optreedt. Vooral in het hoofd van de verhuizer dan. Je ganse hebben en houden is plotseling mobiel geworden en past in één verhuiswagen. En die relativiteit boezemt je angst in. Het confronteert je met de eindigheid van het leven en de nutteloosheid van het verzamelen van voorwerpen. En de nieuwe omgeving zorgt daarenboven dat al je routineuze handelingen, saai maar ook rustgevend, in een klap de wereld uit zijn en een nieuw, nog te ontdekken universum opdoemt.

In "Tussen een persoon", de debuutroman van Esther Gerritsen besluit de protagoniste op de dag van de verhuizing dat ze toch niet gaat en wil blijven waar ze is. Er mag niets veranderen. Het is haar menens. Ze sluit haar vriend op zolder op en ze doet dit hardhandig en vakkundig. Hij kan bewegen noch praten. Als een toneelattribuut is hij nu verplicht te luisteren naar de monoloog van zijn vriendin. De nakende verhuizing is voor haar de aanleiding om haar relatie met hem grondig te analyseren en om tot de droeve conclusie te komen dat het beter is te eindigen op het hoogtepunt. Want ze beseft dat zij hem meer en meer begint te irriteren met wat hij details noemt, beslissen of je in een supermarkt een karretje of een mandje neemt of de wijze waarop je een verkoper moet aanspreken. Voor haar zijn dit geen banaliteiten, integendeel het zijn de essentiële zaken die de contouren van het leven definiëren. Net zoals herinneringen een belangrijke rol spelen in de bijna emotionele omgang met objecten en in ruimere betekenis de omgang met de wereld. In die zin is het voor de protagoniste van levensbelang om zich te herinneren wanneer en op welk terrasje je je koffie onaangeroerd liet staan. Omdat ze ook haar herinneringen wil ordenen.

Esther Gerritsen (geb. 1972) schreef eerder licht absurdistische toneelstukken voor gezelschappen als Victoria, Het Syndicaat en Toneelgroep Amsterdam. Ze publiceerde ook een niet onopgemerkt gebleven verhalenbundel "Bevoorrecht bewustzijn" waarin de personages allen zonderlingen zijn. In haar eerste roman trekt ze de lijn van haar verhalenbundel door, minimalistisch maar hypergeconcentreerd proza met reminiscenties aan de absurdistische toneeltraditie. Het weze duidelijk dat Esther Gerritsen haar toneelachtergrond niet camoufleert, integendeel haar roman laat zich lezen als een duistere en claustrofobische monoloog. Vergeet de literaire tierlantijntjes, alles draait om de weergave van de gedachtewereld van haar protagoniste die met haar eigen dwingende logica wanhopig naar structuur zoekt. En soms verdwaalt ze in haar eigen taal door veel te kordaat af te willen rekenen met gemeenplaatsen en andere vanzelfsprekendheden. Als lezer frons je meermaals de wenkbrauwen bij zoveel dwangneurotische gedachten, bij andere passages schrik je dan weer op door de herkenbaarheid. Gemakkelijke literatuur is "Tussen een persoon" niet, intens des te meer en het is uiteindelijk aan de lezer om al dan niet Gerritsens personage te willen doorgronden.

Esther Gerritsen: Tussen een persoon, De Geus Breda, 2002, 141 p., € 17,5. ISBN 90-445-0157-7. Distributie: De Geus
Enhanced by Zemanta