Een geheimtip uit de Franse literatuur is Marie Darrieussecq (1969) ondertussen niet meer, daarvoor deed haar laatste roman ‘Tom est mort” in Frankrijk teveel stof opwaaien. Wat begon als een beschuldiging van ‘psychisch’ plagiaat door collega-schrijfster Camille Laurens, die zelf een autobiografische roman over de dood van haar zoon geschreven had, groeide uit tot een heuse morele discussie. Mag een schrijfster en moeder van een kind van vier over het onmogelijke schrijven door de dood van dat kind te fictionaliseren en dat vervolgens als een schijnbaar autobiografische roman aan de man te brengen? Marie Darrieussecq bleef echter consequent en verdedigde zich tegen alle kritiek. Haar roman - die nu een prima Nederlandse vertaling kreeg van Mirjam de Veth– past immers perfect in haar eigenzinnige en provocatieve oeuvre waarin eenzaamheid, verlatingsangst en zelfbewustzijn centraal staan. In al haar boeken gaat ze op zoek naar een vocabularium om het onzegbare uit te drukken, of dat nu over emoties van geluk of van onpeilbaar verdriet gaat. Enkele jaren eerder had ze haar eigen prille moederschap al in een dagboek beschreven. ‘De baby’ was een schatkamer vol observaties, impressies en gevoelens bij de geboorte en de eerste levensmaanden van haar baby. Al schrijvende wou ze al haar angsten beweren en haar zoontje voor
spookverschijningen behoeden.
‘Tom is dood’ kan als schaduwzijde van ‘De baby’ gezien worden, hier fantaseert ze verder, gaat ze nog verder op het duistere pad van introspectie en zelfanalyse. Wat gebeurt er als een kind door een onachtzaamheid van de moeder om het leven komt? Deze taboedoorbrekende vraagstelling is het intrigerende maar loodzware uitgangspunt. Net als bij ‘
De baby’ beschrijft het alter ego van Marie Darrieussecq haar gevoelens in dagboekvorm. “Tom is dood. Ik schrijf deze zin” luidt de gortdroge openingszin. Het is het startschot voor de beschrijving van het tien jaar durende rouwproces. Een spervuur aan korte gebalde notities moeten haar psychische ontreddering en wanhoop in kaart brengen. Steeds weer komt de protagoniste terug op de grote leegte die de dood van haar kind veroorzaakte. Het is ondertussen een decennium geleden en voor het eerst dacht ze heel eventjes niet aan haar zoontje. Uit angst en uit wroeging besluit ze het verhaal van Tom zo compleet mogelijk in een dagboek vast te leggen. Zo niet is het litteken van de keizersnede waarmee hij geboren werd, het enige bewijs en tastbare spoor van Tom. Misschien heeft het jongetje zelfs nooit bestaan. Ze herinnert zich het moment van zijn geboorte maar vaag. Plotseling was hij er en dan weer niet. De tijd biedt geen structuur voor haar herinneringen. Hoe en wanneer vertelde ze aan haar andere kinderen dat hun broertje dood was. Heeft ze dat überhaupt wel verteld? Elk detail uit zijn korte leven wordt gekristalliseerd. De pijn en het lijden na zijn dood, de opname in de psychiatrie, de woorden van de verpleegsters (‘Hysterie zal uw kindje niet terugbrengen’), de lange stilte, zijn nog steeds voelbare aanwezigheid.
Marie Darrieussecq slaagt er opnieuw in om met close-ups van menselijke ontreddering de lezer de stuipen op het lijf te jagen. Duister, contemplatief proza met een zondvloed aan gevoelens van wroeging, immens verdriet en woede. Het maakt van deze roman een macabere fieldtrip doorheen de menselijke psyche, pijnlijk maar finaal ook louterend. Om je angsten te beweren moet je immers de confrontatie durven aangaan. In Frankrijk werd ‘Tom est mort’ genomineerd voor zowel de Prix Goncourt als de Prix Femina.
[Recensie geschreven in opdracht van Vlabin-VCB en gepubliceerd in Leeswolf, 2008, nr. 8]Tom is doodMarie Darrieussecq
Vertaald uit het Frans door Mirjam de VethUitgever: MeulenhoffPrijs: € 17,90192 bladzijdenISBN 978 90 290 82075