De nar is een geestige autobiografische roman van Ron van Liempd over zijn leven als cafébaas in Krakau, of all places. De protagonist - een alter ego van de auteur - is wat men eufemistisch een dromer noemt. Maar eigenlijk is hij een aan apathie ten ondergaande einzelgänger die het bekrompen leven in Nederland niet meer ziet zitten. Zijn studies in de rechten zijn een afknapper van formaat. Zijn bedompte studentenkamer maakt hem steeds depressiever. In een opwelling van zeldzame dadendrang stapt hij op de eerste de beste trein. Hij strandt in het Poolse Krakau, waar de sombere Oostbloksfeer hem wel aanspreekt. Het is er barkoud en hij begrijpt geen jota van de taal. Maar met de moed der wanhoop besluit hij om zich er een poosje te verschuilen. Na lange omzwervingen komt hij in contact met de mysterieuze Lisowski, die hem voor een belachelijk lage huursom een mooi appartement aanbiedt. Daar vindt hij een vreemd soort geluk: een eenzaam, verborgen leven zonder behoeften of verplichtingen. Maar zoals mooie liedjes niet blijven duren, zo eindigt ook deze periode van voorspoed al gauw. Hij leert mensen kennen en maakt plannen. Zijn ambitie om in de kelder van het gebouw een kroeg te beginnen krijgt vaste vorm en de transformatie die hij daardoor ondergaat, is opmerkelijk. Van eenzaat ontpopt de jongeman zich tot een sociaal wezen dat alle klanten als een door de wol geverfde nar weet te entertainen. Het café wordt een groot succes,
the place to be, maar de prijs die hiervoor betaald moet worden, is hoog: paranoia, angstaanvallen en gezondheidsproblemen.
De nar is een uiterst laconiek verteld verhaal over de lotgevallen van een jonge Nederlander in een postcommunistisch land als Polen, waar de mensen het leven nemen zoals het is: corrupt en bureaucratisch. Ron van Liempd maakte het in levende lijve mee aangezien hij ooit de jongste kroegeigenaar van Krakau was. De grappige lotgevallen van een beginnende cafébaas zullen dus wel op ervaring gestoeld zijn. Bijzonder treffend zijn de Kafkaiaanse beschrijvingen van de pogingen om aan een drankvergunning te raken of om met de belastingdienst in contact te treden. Stilistisch is De nar geen hoogvlieger maar de humor compenseert dat enigszins. De mooiste passages blijven echter die waarin het gevoelsleven van de protagonist uitgespit wordt. Zo belijdt hij vol schroom en twijfel zijn liefde voor een van zijn diensters. Heel langzaam ontdooit hij. Het leven buiten de kroeg kan ook mooi kan zijn, ware het niet dat het daglicht veel te scherp schijnt als je te lang in de duisternis vertoefde.
Ron Van Liempd: De nar, Prometheus Amsterdam, 2000, 223 p., € 16,49. ISBN 90-5333-918-3. Distributie: Standaard uitgeverij