Vriendschap in tijden van schaarste

De veel te vroeg overleden Nederlandse schrijver en columnist Adriaan Jaeggi ligt rechtstreeks aan de basis van het ontstaan van de bundel “Omdat hij het was, omdat ik het was: verhalen over vriendschap” die Tommy Wieringa samenstelde. Adriaan Jaeggi was een goede vriend van Wieringa. Diens vroegtijdige dood kon hij maar moeilijk verwerken. "Hij was niet oud, 45, en ook niet moe; zijn dood was alleen maar wreed en onverteerbaar." schrijft hij in het voorwoord. Het boek is opgedragen aan Adriaan Jaegi's nagedachtenis.

De bundel telt twaalf verhalen van Nederlandse schrijvers, waarbij Maria Barnas, Marcel Mƶring, Elke Geurts, Willem Otterspeer en uiteraard Tommy Wieringa zelf. De meeste bijdragen zijn speciaal voor de bundel geschreven. Enkel de verhalen van Joost Conijn en P.F. ThomĆ©se verschenen al eerder. Inspiratie voor de titel vond Wieringa in 'Over de vriendschap' van de Franse filosoof Michel de Montaigne. In dit essay belijdt hij zijn liefde voor de eveneens vroeggestorven dichter Ɖtienne de La BoĆ©tie op lyrische wijze: ‘Bij de vriendschap waar ik het over heb, smelten de geesten samen en vermengen zich tot zo’n volledige eenheid dat zij naadloos in elkaar opgaan. Als ik zou moeten zeggen waarom ik zoveel van hem hield, weet ik daar geen ander antwoord op dan slechts dit: “Omdat hij het was, omdat ik het was.”'

Vanaf het atmosferische openingsverhaal "Handicap" van Bob van den Burg wordt het duidelijk dat het om een desoriĆ«nterende rit zal gaan, die niet alleen het fenomeen vriendschap zal definiĆ«ren maar ook het tanende karakter ervan zal schetsen. Vriendschap wordt vaak uitgelegd als regelmatig dingen samen doen. Of het nu om een partijtje golf gaat, of samen winkelen zoals in het bitterzoete verhaal “De vrolijke flierefluiters” van Elke Geurts. Daarin heeft de ik-persoon – advocate en mama van een jong kindje - na vele jaren een ontmoeting in een koffiebar met de boezemvriendin uit haar schooltijd. De ironie wil dat haar oude schoolvriendin nu mindfullnesstrainingen doceert. Ze leert mensen in het nu leven. Maar het was wel zij die een mail stuurde uit nieuwsgierigheid, en om oude herinneringen aan hun jeugd op te halen. Het wordt echter nooit meer zoals vroeger. Het gesprek stokt al snel en de ik-figuur denkt meer aan de crĆØche waar haar kindje wacht dan aan het verder zetten van hun reĆ¼nie.

Ook in andere kortverhalen zoals het wrange, postnostalgische ‘Blues voor Menno’ van Roel Bentz van den Berg wordt de illusie van de houdbaarheid van jeugdvriendschappen doorprikt. Het motto komt van Marlene Dietrich: ‘It’s the friends you can call up at 4 am that matter’ en staat haaks op het verhaal dat over het uiteengroeien van twee vrienden gaat. Met het ouder worden gaat het afzonderlijke van ieders lot opspelen en worden de dingen ingewikkelder. Voordat je het weet neem je ’s avonds na tienen de telefoon niet meer op, merkt de protagonist laconiek op. Ook Tommy Wieringa toont met ‘Bovenwereld’ sec maar subtiel aan hoe moeizaam de ontmoetingen in het heden nog tot stand komen. Terwijl er vroeger in de jaren van overvloed geen gebrek aan elkaar was en alles zo moeiteloos leek.

Verschillende types van vriendschap komen aan bod, zo ook die tussen ouder en kind. Het bevreemdende ‘Mijn vader’ van Joost Conijn is een mooie illustratie van hoe de verhouding tussen een vader en zoon tegelijkertijd verandert en toch hetzelfde blijft: “Vroeger fietst hij met mij nu fiets ik met hem.” In een aantal verhalen komt de typische meisjesvriendschap aan bod. Zo biedt ‘De volmaakte vriendin’ van Maria Barnas een cynische kijk op zo’n vriendschapsband. Het begint erg aardig, samen gezellig gaan shoppen om de juiste evenwichtig samengestelde garderobe samen te stellen. Maar al snel blijkt dat de perfecte vriendin vooral in egoĆÆsme, bezitsdrang en afgunst uitblinkt. In het uiterst spaarzame en suggestieve ‘Coltrane’s Silence’ van Paul Abels wordt met enkele pennentrekken de tragiek geschetst van een vriendschap die eenzijdig in verliefdheid overslaat. Ook tragisch is het lot van het hoofdpersonage uit het fatalistische ‘Een vriendin als Iris’ van Janneke van der Horst. Het erg grappige ‘Chinese neukvis’ van P.F. ThomĆ©se - met de oude getrouwe antiheld J. Kessels in de hoofdrol - zorgt voor een lichtere noot. De bundel sluit af met het pakkende ‘Een man van vijftig’ van Willem Otterspeer. In zijn met brieffragmenten verrijkte verhaal brengt Otterspeer een ode aan de betreurde MichƤel Zeeman met wie hij 28 jaar bevriend is geweest.

Tommy Wieringa selecteerde voor deze bundel literaire verhalen van auteurs van zijn voorkeur. Sommigen sluiten stilistisch nauw aan bij zijn eigen los uit pols geschreven proza, anderen staan er mijlenver vandaan. Ook de lengte van de verhalen is erg uiteenlopend, variĆ«rend tussen 3 tot 30 pagina’s. De eclectische stijl en de thematische eenheid zorgen voor een fonkelende verzameling waarbij de meeste verhalen het wisselende karakter van een langdurige vriendschapsrelatie schetsen. In wezen verschilt die niet veel van een liefdesrelatie. Het evolueert mee met je leven. De patronen worden na verloop van tijd herkenbaar en voorspelbaar. Het is als een oude vriend die in licht beschonken toestand nog steeds dezelfde moppen van weleer begint te tappen. Het lachen is je al lang vergaan en het kost enige moeite om een vermoeide geeuw te onderdrukken. Toch ben je blij dat je vriend er nog steeds is, en dat er nog iemand in je leven is die je op een ontiegelijk uur aan het lachen wil brengen. Vriendschap vieren in tijden van overvloed, daar is geen kunst aan. Pas in tijden van schaarste worden de contouren van echte vriendschap duidelijk. Dat is wat aan het einde van deze mooie bundel blijft nazinderen.

Recensie geschreven in opdracht van Vlabin-VBC en gepubliceerd in De leeswolf 2010, jaargang 16, nummer 6, september 2010.

“Omdat hij het was, omdat ik het was: verhalen over vriendschap”
samensteller: Tommy Wieringa
Bindwijze: Paperback
Omvang 172 p.
ISBN 9789044613315
Prijs € 15.00