Wildzang

Sinds zijn met de Anton Wachterprijs bekroonde debuut ‘De kapper’ komt Gijs IJlander (1947) met de regelmaat van een klok met degelijke, traditioneel opgebouwde romans op de proppen. Zo schetste hij in “Geen zee maar water” een realistisch en herkenbaar beeld van een dorpse poldergemeenschap. In zijn nieuwste boek ‘Wildzang’ gaat hij verder op dat pad van heimat georiënteerde literatuur. Protagonist is de eigenzinnige Bertus Berkhout, een vijftiger die zijn schrijfambitie opzij zette om geld te verdienen met de verkoop van dubieuze vakantieverblijven aan de Portugese kust. Hij keert terug naar Nederland om de verkoop van het ouderlijke huis te regelen. Zijn stokoude en zieke vader denkt er echter voorlopig niet aan om het huis, de Wildzang hoeve, te verkopen. Dat geen van zijn beide zonen het boerenbedrijf wou overnemen is een dolk in zijn hart. Wildzang is voorlopig ook het laatste bastion dat een halt toeroept aan de oprukkende nieuwbouw. Liefst drie partijen azen op Wildzang: de gemeente, een projectontwikkelaar en monumentenzorg. De gemeente zet druk op Bertus om de knoop snel door te hakken. Ze willen van het pand een paradepaardje maken van de nieuwbouwwijk De vader is ondertussen in een verzorgingstehuis in Alkmaar opgenomen. Een gedeelte van de boerderij wordt gekraakt door een jonge, wanhopige moeder. Ondertussen moet de schapenhouderij ook nog gerund worden.

‘Wildzang’ is een tussen het heden en het verleden meanderende roman over ontworteling en het einde van het boerenleven. IJlander voegt een flinke dosis maatschappijkritiek toe aan zijn verhaal. Herinneringen over het weinig idyllische boerenleven van toen - met de hongerwinter en de zwarte handel - worden afgewisseld met een al even weinig opbeurend beeld van het huidige van asfalt en beton vergeven Nederland. Vooruitgang is een relatief begrip als het kleurloze nieuwbouwwoningen zijn die de landschappen van hun ziel beroven. Deze onstuitbare maatschappelijke krachten houden ook de protagonisten in hun greep. Ze vinden geen evenwicht in hun leven en vluchten blijkt vaak de enige optie. De vader-zoon relatie wordt door IJlander helaas te karikaturaal en clichématig uitgewerkt. Zo is er de koppige en stuurse boer die aan het verleden vast hangt en geen begrip toont voor de progressieve ideeën van zijn kinderen. De vakkundige uitgewerkte plot houdt de spanning er echter tot het laatste in. De protagonist kan de ultieme confrontatie met zijn vader – en dus ook met zichzelf - niet meer uit de weg gaan. Dit meeslepende slot doet de fatalistische ondertoon van deze bespiegelende roman bijna vergeten.

Recensie geschreven in opdracht van Vlabin-VBC en gepubliceerd in De leeswolf 2010, jaargang 16, nr 8 - november.

Cossee Amsterdam, 2010
269 p., € 19.90
ISNN 9789059362772
distributie: Van Halewyck