Striptekenaars maken vaak een carrière wending en belanden dan in de reclame sector. Sinds de eerste helft van de 19e eeuw zijn pers en reclame twee handen op een buik. In het Brusselse stripmuseum loopt momenteel de expo '
En toen ontdekte reclame de strip', over het
Publiart avontuur. Dit agentschap was gespecialiseerd in publicitaire strips, maar ook in treffende slogans en affiches. Het agentschap werd geleid door Guy Dessicy, een van de oprichters van het Belgisch Stripcentrum en de redder van het ‘
Maison Cauchie’, een van de mooiste
Art Nouveau huizen in Brussel. Hij introduceerde een nieuwe vorm van reclame in de jaren '50, een stripfiguur die in zijn tekstballon een product aanprijst. Een voorsmaakje van deze expo vind je op de site van
TV Brussel. Een ander mooi voorbeeld van fijne de lijn tussen strips, reclame en kunst biedt het werk van de Fransman
Denis Frémond (1950). Van hem heb ik slechts één stripalbum in mijn collectie, het gestileerde en met de
Prix de la BD Philip Morris Génève bekroonde album
Le Sentimentalist (
Dargaud, 1987). Per toeval ontdekte ik via
weblogamorf dat deze tekenaar nadien kunstschilder werd. Zo tekende hij voor de cover van het boek '
The Upright Piano Player', van de Engelse schrijver en
reclameman David Abbott. Het is naar compositie en kleuren een Hopperiaans tableau dat
eenzaamheid en
roerloosheid uitstraalt. Op zijn website kan je zijn soms wat naar kitsch overhellende schilderijen ontdekken en in een adem ook zijn
journal lezen. De schilder zegt vooral beïnvloed te zijn door het werk van
Harold Pinter, de Britse theaterman. Hij legt ook uit hoe en waarom hij kunstschilder werd: "
Par élimination... " Of zoals
David Abbott uitlegt: "
In advertising, even when telling a story, you have to keep things short". En striptekenaars doen het al evenzeer op de korte ruimte. Het zijn de
Ronaldinho's van de kunstwereld.