'Magnus' van de Nederlandse cabaretier Arjen Lubach was een van de beste en grappige Nederlandstalige romans van het voorbije jaar. Ook commercieel is het een voltreffer. In een jaar tijd is het boek al aan een vierde druk toe. De roman gaat behoorlijk verrassend van start. Hoofdpersonage is de Amsterdamse dertiger Merlijn Kaiser. Hij is weliswaar succesvol als theatermaker maar lijdt aan epilepsie en liefdesverdriet. Zijn jeugdliefde Caro liet hem staan voor een hippe popzanger. Wanneer hij verneemt dat er in een Zweeds pretpark vreemde uitgaven worden gedaan met zijn creditcard, neemt hij een wel heel bijzonder besluit. Hij zal de fraude niet aangeven maar zelf als amateur-detective op zoek gaan naar de dader.
Het is de start van een bevreemdende odyssee die hem naar
Stockholm,
Kopenhagen en
Malmo zal leiden. Met behulp van een enkele koele Zweedse vrouwen slaagt hij er uiteindelijk in om de fraudeur te ontmaskeren. Zijn ex-vriendin blijkt een sleutelrol te spelen in de fraudezaak wat bij Merlijn alleen maar zout op de wonde strooit. Zijn liefdesverdriet laait weer op en daar kan zijn kersverse relatie met Cecilia, een jonge Zweedse geneeskundestudente uit
Uppsala, niets aan verhelpen. Herinneringen aan zijn eerste ontmoeting met Caro komen weer naar boven en ontredderd vlucht hij weg uit het studentenhome.
Ogenschijnlijk gaat deze
roadroman over de zoektocht naar een creditcard, maar al snel wordt duidelijk dat het hoofdpersonage vooral naar liefde en aandacht hunkert en “een plaats om te blijven” zoekt. De protagonist wordt geplaagd door ambivalente gevoelens. Hij wil zowel gezien worden als onopgemerkt in de massa opgaan. De tijd jaagt hem op, voor je het goed en al beseft verlies je je tanden en schuift je haarlijn op. En ook zijn epilepsie-aanvallen zorgen voor absences, momenten waarin hij er niet is. Deze niet – beleefde tijd tracht hij nadien weer zorgvuldig te reconstrueren. Als dertiger springt hij nog steeds als een jong veulen rond in de inmiddels volgebouwde weilanden van zijn jeugd. Symbolisch voor deze attitude is zijn grote liefde voor popmuziek. Gedreven gitaargroepjes als Live,
Daryll-Ann en Belle and Sebastian gidsen hem door het leven. De vrouwen spelen ook een cruciale rol. Ze zijn niet alleen zijn muze maar bieden ook een antiserum voor de stuurloosheid van zijn leven.
'Magnus' is onderverdeeld in drie aktes en het tempo ligt hoog. De mix van absurdistische observaties, filosofische overpeinzingen en verrassende plotwendingen blijkt wonderwel te werken. Enkel in de derde akte - met het uitstapje naar Génève - schakelt Arjen Lubach een tandje lager en wordt zijn proza in een dichte mist ondergedompeld. Niettemin is 'Magnum' een grappige en pakkende roman die de lezer voortdurend op het verkeerde been zet.
Arjen Lubach, Magnus, Podium Amsterdam, 2011, 318 p., € 18,5. ISBN 9789057594281. Distributie: Elkedag Boeken