Niets weerstaat de nacht


Niets weerstaat de nacht (roman).
Na het impressionante en ondertussen succesvol verfilmde No en ik en het al even intrigerende Ondergrondse uren was het reikhalzend uitkijken naar nieuw werk van de Parisienne Delphine de Vigan (1966). Twee jaar geleden verscheen 'Rien ne 's oppose à la nuit' in Frankrijk, goed voor meer dan 500.000 verkochte exemplaren. Deze roman kreeg nu een prima Nederlandse vertaling. Het autobiografische 'Niets weerstaat de nacht' is opnieuw een reis naar de diepten van de menselijke ziel. De titel is ontleend aan het lied 'Osez Josphine' van Alain Bashung en Jean Fauque.

Op een kille ochtend in januari treft Delphine haar moeder dood aan. Enkele maanden later – als de eerste pijn wat geminderd is – rijpt het idee om een boek aan haar moeder te wijden. Ze kan zich hiervoor baseren op de brieven, papieren en teksten die haar moeder haar naliet. Maar dat plan lijkt haar aanvankelijk te alomvattend en gevaarlijk. Haar deperate en met een alcoholprobleem worstelende moeder vormt een te somber en troosteloos terrein. Maar het idee laat de Vigan niet los en ze besluit om de uitdaging toch aan te gaan. Haar eigen schrijven is immers onontkenbaar vervlochten met de levensloop van haar moeder en haar manier om de harde werkelijkheid te verzachten en ze met woorden in te pakken.

Wie was haar moeder écht? Ze luistert aandachtig naar de verhalen van ooms en tantes over hun jeugdjaren en opgroeien in een grote, creatieve en schijnbaar harmonische familie. Mooie en begaafde kinderen die al spoedig de schaduwzijde van het leven leren kennen met alle rampspoed die de familie treft. Zelfmoord, alcoholisme, verwaarlozing en waanzin komen in wisselende patronen terug. Beetje bij beetje worden alle duistere familiegeheimen onthuld. Het is uitermate pijnlijk voor de protagoniste om met dit verleden geconfronteerd te worden. Tegelijkertijd beseft ze meer dan ooit dat ze enkel op die manier de waarheid zal vinden en in het reine kan komen met de tragische levensloop van haar moeder.

Niets weerstaat de nacht is een intense en hoogst ongewone familiekroniek. Verwacht bij Delphine de Vigan geen verbloeming of therapeutische getinte bekentenisliteratuur. Het is autofictie van de bovenste plank, uiterst fijngevoelig maar zonder veel franjes, met af en toe een relativerende overpeinzing. Haar ongecensureerde relaas over een Franse familie die worstelt met het leven en grossiert in dramatiek is confronterend en diep ontroerend. Hoe verder de roman vordert, hoe meer nuances je ontdekt in dit langzaam oplichtende familieportret. Het zijn levensgeschiedenissen die verdoemd lijken maar dan plots weer oplichten, net zoals het geheime licht dat het donkerste zwart kan oproepen. (Recensie geschreven in opdracht van Vlabin-VCB en oorspronkelijk verschenen in Leeswolf, September 2013)
Delphine de Vigan, Niets weerstaat de nacht (De Geus, 2013), 445 pagina's.