De barre winter van negentig



Er zijn geen echte winters meer! Hoe hard het er vroeger aan toe ging is te lezen in “De barre winter van negentig” van Herman de Man (1998-1946). In deze verhalencyclus die voor het eerst in 1936 verscheen, speelt Koning Winter in al z'n glorie de dominante hoofdrol. Anno december 1890 zakte de temperatuur tot -20°C. Als rasechte verteller dikte Herman de Man de overgeleverde verhalen en herinneringen van familieleden aan deze legendarische winter fel aan. 

In lyrische, wijdlopende verhalen wekt de Man figuren als de Houten Gert tot leven. De stijl vergt enige inspanning, het is een mengeling van dialecten, archaïsmen en Algemeen Nederlands. In de herdruk werd getracht om de sfeer ongewijzigd te laten, slechts de typische spellingsgevallen als de 'oo', 'sche' en 'ee' en de naamsval-n werden met veel omzichtigheid aangepast. Zo werd de historische waarde van deze editie intact gehouden. Echt swingen doet het proza van de Man uiteraard niet. “De barre winter van negentig” is echter meer dan een verantwoorde heruitgave van een regionale boerenroman. Met deze typering zou men de Man onrecht aandoen. In zijn verhalen creërde hij een decor waarin de klassentegenstellingen goed zichtbaar gemaakt konden worden. Hij liet de winter symbool staan voor de ijzige omknelling van het individu dat als het ware opgejaagd wordt. In zo'n uitzonderlijke situatie valt het geciviliseerde laagje van de 'fatsoenlijke' samenleving weg. En dan drijven de ware karaktertrekken van de aan hun lot overgelaten mensen boven. Fraai is het resultaat niet: agressie, hebzucht en egoïsme voeren de boventoon aan. En terwijl de rijken als schaatsend plezier maken op de bevroren vijvers, verhongeren talloze armelui in kale, onverwarmde zolderkamers. 

Samen met het bekroonde “Het wassende water” (1925) is “De barre winter van negentig” het hoogtepunt in het oeuvre van Herman de Man (eig. Salomon Herman Hamburger). Het is als sociaal getinte streekroman een interessant studiedocument over de couleur locale van de Zuid-Hollandse polders. En tenslotte is het niet al kommer en kwel in het universum van de Man. Hij zorgde tevens voor enig licht in de duisternis. De hoop die hij in zijn barre winterverhalen laat opglinsteren is die van de nakende lente. En de religieuze reveil die in al z'n verhalen latent aanwezig is, geeft een bijkomend spanningsveld aan, tussen calvinisme en katholicisme. De auteur kwam op 48-jarige leeftijd tragisch om het leven leeftijd bij een vliegramp op Schiphol.
Herman de Man: De barre winter van negentig (1e druk 1936, herdruk 1998), ISBN 90-75323-39-5.
Enhanced by Zemanta