Wedstrijdloper zijn heeft zo zijn voordelen. Zelfs op een nationale feestdag zijn er vluchtwegen. Zo belandde ik in de late namiddag in Kleit, een gehucht ten zuiden van
Maldegem. In de schaduw van de Parochiekerk Sint-Vincentius a Paulo vond de start van de plaatselijke kermisloop plaats. Je kon kiezen uit 2.5, 5 of 10 km, respectievelijk 1, 2 of 4 plaatselijke ronden. Deze keer koos ik voor de langste afstand. Ik startte minder snel dan gewoonlijk omdat er redelijk wat wind stond en ik de kat uit de boom wou kijken. Maar het groepje waarin ik verzeild geraakte liep helaas een tempootje te traag, ik had geen andere keuze dan opnieuw te demarreren. Zo kon ik weer mijn eigen weg gaan, met wel nog drie ronden voor de boeg. Het resterende deel van de wedstrijd liep ik heel tempovast. Ik werd vierde en daar was ik
vree content mee. Ereplaatsen zijn nutteloos maar tegelijkertijd onontbeerlijk voor het gemoed van een wedstrijdloper.